Van de kredietaanbieders wordt verwacht dat zij al het mogelijke doen om de betalingsproblemen van hun klanten op te lossen. Dit stelt de AFM in de Leidraad Consumenten en Incassotrajecten, die recent is uitgebracht. De AFM constateert dat er onduidelijkheid is over wat is toegestaan en gewenst, als het gaat om het oplossen van incassoproblemen. In de leidraad zet de AFM heel duidelijk uiteen wat hierbij de verantwoordelijkheden zijn van de kredietaanbieders.
De AFM verwacht meer van de kredietaanbieder dan dat deze bij betalingsachterstand contact opneemt met de klant om samen naar een passende oplossing te zoeken. Het gaat niet alleen om het innen van de betalingsachterstand, maar ook om het achterhalen van de oorzaak van de achterstand. Het is de taak van de kredietaanbieder om vroegtijdig te weten te komen of de persoonlijke situatie van een klant is gewijzigd, zodat de klant niet verder in de financiële problemen raakt. Een klant met betaalproblemen loopt hier niet graag mee te koop. Ook realiseert de klant zich vaak niet hoe ingrijpend de gevolgen van oplopende schulden voor hem zijn. De kredietaanbieder moet de klant met betalingsproblemen hierin bijstaan door de drempel te verlagen en de problemen bespreekbaar te maken.
De AFM legt in de leidraad uit welke kosten de kredietaanbieder in rekening mag brengen bij een betalingsachterstand. Als er een vertragingsvergoeding (de rentekosten over de achterstallige betalingen) in rekening wordt gebracht bij de klant, dan mag de kredietaanbieder geen incassokosten in rekening brengen. Deze kosten zitten al verdisconteerd in de rente die de klant betaalt voor zijn lening.
De kredietaanbieder moet eerst samen met de klant op zoek gaan naar een oplossing, nog vóór inschakeling van het incassobureau. De kredietaanbieder is verplicht de werkzaamheden van het incassobureau te controleren. Misstanden of agressieve praktijken mogen niet plaatsvinden. Gebeurt dat wel, dan neemt de AFM contact op met de kredietverstrekker.
Als het incassobureau niet alleen incasseert, maar ook nieuwe betalingsregelingen afspreekt met de geldleners, dan is daar een vergunning voor nodig. Het incassobureau bemiddelt op dat moment. Als het incassobureau de gehele vordering overneemt, is het incassobureau ook vergunningplichtig. Dit gebeurt echter niet vaak bij een consumptief krediet.
In de praktijk zal de klant meer contact hebben met zijn eigen adviseur dan met de kredietaanbieder. De drempel voor de klant om zijn financiële problemen kenbaar te maken is lager bij de adviseur dan bij de kredietaanbieder. De adviseur zal wijzigingen in de persoonlijke situatie, zoals het verlies van inkomen door arbeidsongeschiktheid of werkloosheid, tijdig moeten onderkennen. Onderkend in een beginstadium, zullen de financiële gevolgen voor de klant zo gering mogelijk zijn.
De AFM en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hebben hun krachten gebundeld bij de aanpak van incassoproblemen. De AFM ziet erop toe dat de kredietaanbieders zich houden aan de leidraad en zal maatregelen treffen als er misstanden zijn. En de ACM is gestart met de publiekscampagne ‘Incasso? Betaal, maar alleen als het klopt’.
Lees de leidraad van de AFM
De regels omtrent incasso komen in diverse opleidingen van NIBE-SVV aan de orde: