Vanaf 21 mei 2020 vallen in Nederland opererende dienstverleners in cryptodiensten onder het prudentieel toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB). Dit nieuwe toezicht volgt uit de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn (Richtlijn (EU) 2018/843; AMLD5) en de implementatie daarvan in de Nederlandse wetgeving.
Toezichthouders Autoriteit Financiële Markten (AFM) en DNB pleitten al langer voor toezicht op cryptovaluta. Sinds 2013 waarschuwen de toezichthouders voor de risico’s ervan. De virtuele valuta, zoals bitcoins, zouden witwassen en financiering van terrorisme makkelijk maken. Ook is er een groot risico voor consumenten die in dergelijke cryptovaluta investeren. Cryptovaluta zijn geen officiële beleggingscategorie en vallen alleen in specifieke gevallen onder het gedragstoezicht.
Doordat er nu meer toezicht komt op cryptodienstverleners worden die risico’s enigszins ingeperkt.
De wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn houdt in dat aanbieders van diensten voor het omwisselen van crypto’s een registratie moeten aanvragen bij DNB. Dit geldt ook voor aanbieders van wallets (de bewaarportemonnees) voor crypto’s. Voordat een registratie wordt afgegeven toetst DNB de betrouwbaarheid en/of geschiktheid van de cryptodienstverlener.
De registratieplicht bij DNB geldt alleen voor partijen die deze diensten beroeps- of bedrijfsmatig uitoefenen vanuit Nederland. In de andere EU-landen is de prudentiële toezichthouder van dat land verantwoordelijk.
Inmiddels is een aantal cryptodienstverleners verhuisd naar buiten de EU om aan dit toezicht te ontkomen. Dat betekent dat deze partijen geen cryptodiensten meer mogen verlenen in de EU.
Het toezicht betekent concreet dat:
Als toezichthouder ziet DNB erop toe dat de bedrijven zich houden aan deze regels en aan sanctiewetgeving.
Alleen de partijen die echt geld (‘fiduciaire valuta’) omwisselen naar crypto’s (‘virtuele valuta’) en andersom, hebben een registratieplicht. Er geldt dus (nog) géén registratieplicht voor dienstverleners die crypto’s omwisselen voor andere crypto’s. De beheerder van de omwisseldiensten, zoals Automated Teller Machines (ATM’s) zijn de partijen die de registratie moeten hebben. Dus niet de winkels waar dergelijke apparaten staan.
Een aanbieder van een bewaarportemonnee is een partij die in staat is om (zelfstandig) te beschikken over de virtuele valuta van de gebruiker (in het Engels custodian wallet providers). Hiervoor moet een partij de privésleutel van een cliënt op een zodanige manier beheren dat deze partij de virtuele valuta van de cliënt kan aanhouden, opslaan of overdragen. Dit geldt in ieder geval voor aanbieders die in het bezit zijn van de privésleutel van hun gebruikers, ook als de privésleutel naast de aanbieder wordt gedeeld met meer dan 1 gebruiker.
Deze aanbieders van bewaarportemonnees moeten zich registeren als zij deze diensten in of vanuit Nederland beroeps- of bedrijfsmatig aanbieden.
Aanbieders die niet beschikken over de virtuele valuta van hun gebruikers en op geen enkele manier toegang hebben tot die virtuele valuta hoeven zich niet te registreren (non-custodian wallet providers). Voorbeelden hiervan zijn aanbieders van applicaties of fysieke apparaten die gebruikers toegang geven tot hun virtuele valuta om deze op te slaan, en die hen inzicht geven in de balans van hun virtuele valuta.
Ook bij NIBE-SVV volgen we de ontwikkelingen op de voet: