De Tweede Kamer sprak op 2 maart over de implementatie van de MCD. In antwoord op een serie vragen zei minister Dijsselbloem toen: ‘De feitelijke inwerkingtreding vindt pas plaats op de dag waarop de Implementatiewet in het Staatsblad is geplaatst. Het wetsvoorstel moet nog naar de Eerste Kamer en de AMvB gaat nog naar de Raad van State, die daar nog over moet adviseren. Wij streven ernaar om de zaak rond de zomer in het Staatblad te hebben staan.’ (Handelingen Tweede Kamer)
Minister Dijsselbloem wilde heel graag de datum van 21 maart halen. Hij besefte weliswaar dat het tijdsbestek om de nieuwe regels te implementeren krap was voor het bedrijfsleven, maar koos toch voor een snelle implementatie van de richtlijn uit het oogpunt van consumentenbescherming. Een overgangsregeling vond hij evenmin wenselijk en op grond van de richtlijn niet mogelijk. Dit stelde de minister in de Nota naar aanleiding van het verslag Implementatiewet hypothekenrichtlijn, die hij in januari naar de Tweede Kamer stuurde.
Te krappe deadline
Op 21 maart 2016 zou de Europese hypothekenrichtlijn MCD geïmplementeerd moeten zijn in de Nederlandse regelgeving en zouden kredietverstrekkers aan deze nieuwe regels moeten voldoen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) had eerder al aangegeven dat de afwezigheid van overgangsregels, zeker in combinatie met de krappe deadline, complicaties met zich meebrengt voor banken om op tijd ‘MCD-proof’ te zijn.
De richtlijn bevat Europese regels voor het aanbieden van en bemiddelen in hypothecair krediet aan consumenten. De richtlijn moet het voor de consument eenvoudiger maken om verschillende hypotheekproducten te vergelijken (ook over de grens). Mogelijk dat hierdoor de vraag naar en het aanbod van grensoverschrijdende hypotheekproducten zal toenemen.
Op verschillende onderdelen voldoet de Nederlandse wetgeving al aan de in de richtlijn opgenomen vereisten. Toch leidt de richtlijn tot een aantal nieuwe normen en aanpassingen van bestaande normen.
Een belangrijke en zichtbare verandering is de introductie van het ESIS; het European Standardised Information Sheet. Dit is een document dat in de precontractuele fase aan de klant moet worden verstrekt. Doel van het ESIS is om consumenten op uniforme wijze te informeren, waardoor ze beter in staat zijn kredietproducten van verschillende, ook in andere lidstaten gevestigde, aanbieders onderling te vergelijken en een keuze te maken.
Bekijk een voorbeeld van een ESIS-formulier
De Hypothekenrichtlijn introduceert een jaarlijks kostenpercentage voor hypothecair krediet. Dit jaarlijks kostenpercentage moet worden opgenomen in de informatieverstrekking richting de consument. Dit maakt aanbiedingen van hypothecair krediet onderling vergelijkbaar, aangezien alle aanbieders van hypothecair krediet in alle lidstaten dezelfde berekeningswijze moeten aanhouden.
De richtlijn bepaalt dat geldverstrekkers geen offerte onder voorbehoud meer mogen uitbrengen. Hun aanbod is meteen bindend. Geldverstrekkers mogen de offerte pas uitbrengen als ze in het bezit zijn van alle benodigde stukken, zoals inkomensgegevens. De consument krijgt 14 dagen de tijd om het bindend aanbod van de geldverstrekker te accepteren. De geldverstrekker/aanbieder mag zijn aanbod dan niet meer wijzigen of intrekken ten nadele van de consument.
Er komt een andere boeteberekening bij vervroegde aflossing en oversluiten. Hypotheekverstrekkers mogen in de nieuwe situatie namelijk alleen nog de werkelijke kosten in rekening brengen. Al in de precontractuele fase moet de kredietgever in het standaardformulier ESIS (in rubriek 9) vermelden onder welke voorwaarden en tegen welke kosten het krediet geheel of gedeeltelijk vervroegd kan worden afgelost.
Nieuw ten opzichte van de huidige situatie is dat er voor verstrekkers van woningkredieten een wettelijk verbod op koppelverkoop komt. Maar er zijn uitzonderingen toegestaan. Gebundelde verkoop mag bij bepaalde financiële diensten of producten die samenhangen met een kredietovereenkomst. Dan mag de kredietgever deze in 1 pakket aan de consument aanbieden. Bijvoorbeeld het openen of aanhouden van een betaal- of spaarrekening waarmee de consument het krediet aflost en rentebetalingen doet.
De richtlijn houdt een beperkte uitbreiding van de vakbekwaamheidsvereisten in. Hierdoor moeten ook feitelijk leidinggevenden van personen met klantcontact voldoen aan de vakbekwaamheidseisen. Werknemers van buitenlandse aanbieders die producten aanbieden in Nederland zijn eveneens onderworpen aan de vakbekwaamheidsregels die in Nederland gelden. Meer informatie hierover in Vakbekwaamheidseisen Europese Hypothekenrichtlijn heeft gevolgen voor direct leidinggevenden in deze Nieuwsbreak.
Nederland heeft ervoor gekozen om opeethypotheken, overbruggingskredieten en kredieten waarbij geen rente en andere kosten hoeven te worden vergoed, niet uit te zonderen van de werking van de richtlijn. Kredietovereenkomsten waarbij ouders geld voor een hypotheek aan hun kinderen lenen vallen, net zoals al het geval was, niet onder de werking van de richtlijn.