Financieel dienstverleners hebben een zorgplicht. Natuurlijk in eerste instantie jegens hun klanten. Maar de maatschappelijke functie van financieel dienstverleners brengt ook een bijzondere zorgplicht mee ten opzichte van de belangen van derden. Oók als die derden zelf geen klant zijn.
Een klant heeft voor zijn net begonnen eenmanszaak Ups (studiebegeleiding en coaching) een zakelijke betaalrekening geopend. Op de vraag of hij op die rekening meer dan € 1.000 inkomen per maand verwacht, antwoordt hij ‘nee’. Enige tijd later ontvangt een webwinkel (die veel pakketten laat versturen via het internationale koeriersbedrijf UPS) het verzoek om betalingen voor UPS voortaan op een gewijzigd rekeningnummer over te maken. In de daaropvolgende 6 weken maakt de webwinkel in een serie betalingen in totaal meer dan 2 miljoen euro over op dat gewijzigde rekeningnummer. Als het koeriersbedrijf UPS na die 6 weken aan de webwinkel vraagt wanneer deze zijn rekeningen gaat betalen, blijkt dat het nieuwe rekeningnummer niet van UPS is, maar van Ups (die eenmanszaak dus) en dat het wijzigingsverzoek ook niet van UPS kwam. Tegelijk blijkt dat het leeuwendeel van het geld inmiddels contant is opgenomen, dan wel naar andere, buitenlandse, bankrekeningen is overgeboekt en verder weggesluisd.
Uit onderzoek blijkt dat bij de bank intern al vrij snel alarmsignalen afgingen. De eerste na 10 dagen, in de 10 dagen daarna nog 2 keer. Na de 3de interne melding heeft de bank een melding gedaan aan de FIU (Financial Intelligence Unit van de politie) in verband met mogelijk witwassen. Ongeveer gelijktijdig wordt aan de klant (de eenmanszaak Ups dus) gevraagd om het betalingsgedrag toe te lichten (opdrachtbevestigingen, facturen en dergelijke, alsmede een verklaring voor de hoge omzetten kort na aanvang van de eenmanszaak). Weer een week later bericht de klant dat hij in het buitenland zit en uiterlijk 2,5 week later de gevraagde informatie zal aanleveren. Dat gebeurt niet. Pas als de webwinkel een fraudemelding doet (weer een paar dagen later), wordt de rekening van eenmanszaak Ups geblokkeerd. Dat is ruim 5 weken na het eerste alarmsignaal bij de bank. De eigenaar van Ups wordt enige tijd later veroordeeld tot betaling van ruim € 1,8 miljoen aan de webwinkel.
De webwinkel stelt ook de bank aansprakelijk: als deze onmiddellijk na de eerste meldingen had ingegrepen en de rekening van Ups had geblokkeerd, was de schade veel lager geweest. De bank beroept zich erop dat de webwinkel geen klant van de bank is, zodat de bank ook geen zorgplicht tegenover de webwinkel heeft. Daarnaast, aldus de bank, is de plicht tot het melden van ongebruikelijke transacties niet bedoeld om dit soort schade te voorkomen, maar om witwassen tegen te gaan. Dat de webwinkel onverschuldigd aan Ups betaalde, kon de bank naar eigen zeggen niet weten, totdat de webwinkel zelf melding maakte van de fraude.
Net als de rechtbank oordeelt het gerechtshof dat de bank wel degelijk de zorgplicht tegenover de webwinkel heeft geschonden. De maatschappelijke functie van een bank brengt een bijzondere zorgplicht ten opzichte van derden mee, aldus het gerechtshof. Die zorgplicht omvat een scala aan specifieke verplichtingen om in bepaalde gevallen of onder bepaalde omstandigheden ‘iets te onderzoeken, iemand te informeren of te waarschuwen of zelfs te weigeren een opdracht uit te voeren’. Om die reden had de bank in ieder geval na het 2de interne alarmsignaal gebruik moeten maken van haar bevoegdheid om de rekening van Ups te blokkeren totdat bevredigende antwoorden op de ongebruikelijke transacties zouden zijn gegeven. Daarmee zou iets meer dan € 1 miljoen schade zijn voorkomen. De webwinkel zelf draagt ook schuld, nu deze het wijzigingsverzoek van het bankrekeningnummer niet bij koeriersbedrijf UPS heeft geverifieerd. Het gerechtshof veroordeelt de bank om aan de webwinkel 50%, iets meer dan een half miljoen euro, te betalen.
Deze casus is natuurlijk specifiek voor het betalingsverkeer. Maar er zijn meer situaties waarin een financieel dienstverlener rekening moet houden met gerechtvaardigde belangen van derden. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een afkoop- of uitkeringsverzoek van een levensverzekering binnenkomt, waarbij de verzekeraar en/of het intermediair kennis draagt van een echtscheiding. Daarvoor is het nodig dat medewerkers zich bewust zijn van de gevolgen van hun handelen en van hun nalaten. Dat vraagt om meer dan het afvinken van lijstjes.
Let op: op 25 november 2019 organiseert NIBE-SVV het gratis live webinar ‘Zijn er grenzen aan de zorgplicht?’, met sprekers Dik van Velzen en Silvia Janssen. Reserveer alvast in uw agenda!
In diverse opleidingen van NIBE-SVV vindt u relevante informatie: