Het Ministerie van Financiën heeft nog een maand of tien de tijd om een opportunistisch politiek handigheidje te herstellen. Als dat niet lukt, gaat het flink kosten. Die rekening komt bij de bedrijfstak.
Als de wetgever in de komende 10 maanden niet tot bezinning komt, bestaat vanaf 1 april 2019 naast het gewone PE-examen ook nog het ‘bijzondere PE-examen’. Dat wordt een ingewikkeld en duur gedrocht.
Het ‘bijzondere PE-examen’ is de erfenis van een handig politiek trucje, waarbij vooraf niet over de echte gevolgen is nagedacht. Dat hoop ik althans. (Als wél vooraf over de gevolgen is nagedacht, is het nog triester.) Dat politieke trucje is bedacht in de periode dat het huidige vakbekwaamheidsstelsel in de Tweede Kamer werd besproken. Een aantal oppositiepartijen stond wel sympathiek tegenover de bezwaren die de intermediairorganisaties hadden met de PE-plicht. Want: het zou toch te gek zijn voor woorden als een behaald diploma zijn geldigheid zou verliezen als er niet tijdig een PE-examen wordt behaald.
De minister bedacht een slimme truc. Nee, het diploma zou na afloop van de PE-termijn niet ongeldig worden, maar de diplomahouder zou ‘alleen maar’ het recht verliezen om op basis van dat diploma nog te adviseren. En die diplomahouder zou die adviesbevoegdheid weer terug kunnen krijgen door het behalen van een ‘bijzonder PE-examen’. Hoe zo’n bijzonder PE-examen er uit zou moeten zien, bleef onuitgewerkt.
Dat die oplossing er feitelijk nog steeds op neer komt dat zo’n diploma in de tussenliggende periode gewoon ongeldig is (de enige bevoegdheid die het diploma geeft, is weg) en dat die oplossing geheel niet was wat de intermediairorganisaties beoogden, mocht niet hinderen. De Tweede Kamer, waarschijnlijk ook niet nadenkend over de verdere gevolgen, was tevreden. En dus hebben we straks een ‘bijzonder PE-examen’.
Maar hoe moet zo’n bijzonder PE-examen er nu uit gaan zien? Kennelijk moet de diplomahouder een inhaalslag gaan maken voor de PE-examens die hij heeft gemist. Na 1 april 2019 gaat het daarbij om één PE-ronde (en dus om twee jaar ‘actualiteiten’). Na 1 april 2022 kan het om vijf jaar actualiteiten gaan en met elke volgende PE-periode komt er weer drie jaar bij. Een (herintredende) diplomahouder kan ook besluiten om na 20 PE-loze jaren weer aan te schuiven. Want er is géén maximum aantal gemiste PE-examens vastgelegd; géén einddatum.
Moet het CDFD straks voor elke individuele inhaler een apart ‘bijzonder PE-examen’ gaan maken? En dus voor elk ‘bijzonder PE-examen’ gaan puzzelen welke onderwerpen uit voorgaande PE-periodes niet meer relevant zijn en welke nog wel? En daar dan ook nog een evenwichtig examen uit samenstellen? En dat voor alle (straks) 8 Wft-diploma’s? Dat gaat niet lukken met een vragenbank en als het al lukt, wordt dat heel duur handwerk. Zet er bij het CDFD maar een paar mensen extra bij.
En wie denkt u dat dat gaat betalen? Het Ministerie van Financiën? Vergeet het maar. Die kosten gaan ‘gewoon’ worden omgeslagen over alle examens. De bedrijfstak mag het dus betalen. Tenzij de minister alsnog de verstandige beslissing neemt om dat ‘bijzondere PE-examen’ maar te schrappen.