Veel werkgever nemen het zekere voor het onzekere en leggen de diplomaplicht ruim uit. Dat heeft gevolgen voor medewerkers die hooguit marginaal ‘adviseren’.
Is het niet-behalen van een Wft-diploma voldoende grond voor een werkgever om een arbeidsovereenkomst te beëindigen? Ja, zegt de kantonrechter, dat kan inderdaad het geval zijn.
Het zat er natuurlijk aan te komen. Sinds begin dit jaar moeten klantmedewerkers in de financiële-dienstverlening over een Wft-diploma beschikken als zij klanten adviseren. Dus ook medewerkers die al jaar en dag in de financiële-dienstverlening werken en dat – kennelijk – steeds tot tevredenheid hebben gedaan. Die wettelijke diploma-eis geldt niet alleen voor degenen die ‘adviseren’ als hoofdberoep hebben. De diplomaplicht geldt ook voor medewerkers die hoofdzakelijk andere werkzaamheden verrichten, maar die uit hoofde van hun functie incidenteel wel eens een klant moeten adviseren. Zowel een goede invulling van de zorgplicht als het bedrijfsbelang brengt dat mee. Voor veel bedrijven is dat reden geweest om (nagenoeg) alle klantmedewerkers te verplichten een of meer Wft-diploma’s te halen.
Zo ook het bedrijf waar deze medewerkster al bijna 40 jaar werkzaam was. Heel ruim op tijd had zij van haar werkgever te horen gekregen dat uiterlijk op 1 januari 2017 het diploma Adviseur schadeverzekering particulier behaald zou moeten zijn. De werkgever had dat ook gefaciliteerd met opleidingen, studiedagen en een (onbeperkte) vergoeding van examenkosten. Maar het diploma is niet behaald. Volgens de werkgever eerder een kwestie van onwil, dan van onmacht. Herplaatsing in een andere functie is volgens de werkgever niet mogelijk. De medewerkster daarentegen stelt haar uiterste best te hebben gedaan en voegt daaraan toe dat de diploma-eis in haar geval bovendien onredelijk is. Zij is werkzaam als schadebehandelaar en voor schadebehandeling stelt de Wft géén vakbekwaamheidseisen.
Met een verwijzing naar de functieomschrijving is de kantonrechter van oordeel dat daarin (ook) werkzaamheden zijn vermeld die de Wft als ‘adviseren’ kwalificeert. In elk geval, aldus de kantonrechter, is ‘de lijn tussen informeren en signaleren en adviseren bij de omschreven werkzaamheden zo dun’ dat het stellen van de diploma-eis gerechtvaardigd is. Tenslotte loopt het bedrijf het risico op hoge boetes als geadviseerd wordt zonder Wft-diploma.
De medewerkster raakt daardoor haar baan kwijt. Omdat de kantonrechter vindt dat de werkgever geen onwil heeft kunnen aantonen, gaat hij uit van onmacht. Dat betekent dat de werkgever de wettelijke opzegtermijn moet hanteren en een transactievergoeding verschuldigd is. De eis van de werkneemster voor een hogere schadevergoeding wordt afgewezen.
Het kan niet missen of dit soort zaken gaat de komende periode vaker spelen. Het lijkt mij duidelijk dat de werkgever wel steeds moet kunnen aantonen dat hij medewerkers tijdig heeft geïnformeerd over de diploma-eis en bovendien ruim voldoende heeft ondersteund om aan die eis te voldoen.