Het einde van het jaar nadert en daarmee ook het einde van de omwisselactie en de PE-Plusexamens. Maar hoeveel echte adviseurs heeft dat nu opgeleverd?
Met enige regelmaat kunt u lezen hoe het gaat met de Wft-examens. Na een wat voor iedereen onwennige aanloop publiceert het CDFD inmiddels elk kwartaal een statistisch overzicht. U mag mij natuurlijk een forse mate van beroepsdeformatie verwijten, maar ik vind daar toch wel interessante cijfers en trends in.
Om met de cijfers te beginnen: zo weten we inmiddels dat er (tot 1 oktober 2016) 289.848 Wft-examens zijn afgelegd, waarbij – en dat vind ik verrassend – het aandeel initiële examens (171.897) fors hoger is dan het aandeel PE-Plusexamens (117.951). Kennelijk kwamen toch beduidend minder mensen in aanmerking voor de omwisselingsactie dan oorspronkelijk werd aangenomen. Dat komt dan toch door de (soms wel erg strenge) eisen dat ook iedereen die vroeger in het bedrijfsvoeringsmodel zat ook echt alle Wft-PE-certificaten moest kunnen overleggen. Het ontbreken van een enkel PE-certificaat blijkt vaak fataal.
Dat het geslaagdenpercentage bij de PE-Plusexamens (67,1%) juist hoger ligt dan bij de initiële examens (58,2%) lijkt mij minder verrassend. Tenslotte worden de PE-Plusexamens afgelegd door degenen die al wat langer in de branche rondlopen. Omdat de examens niet alleen kennis toetsen, maar ook adviesvaardigheden biedt praktijkervaring kennelijk een voordeel. Het pleit dan voor de examens dat dat ook in de cijfers tot uitdrukking komt. Het totaal gemiddelde slagingspercentage over alle examens komt daarmee op 61,8.
Al die examens hebben 263.238 Wft-diploma’s opgeleverd aan 91.609 diplomahouders. Gemiddeld dus 2,87 diploma per adviseur. Nou ja, ‘per adviseur’? Onder die 91.609 diplomahouders zitten natuurlijk heel veel mensen die nooit adviseren. Daar zitten ook acceptanten, schadebehandelaren, informatieverstrekkers, leidinggevenden en anderen tussen die ‘alleen maar’ hun diploma’s en daarmee hun employability zoveel mogelijk op peil houden.
En dat leidt toch tot de vraag: hoeveel echte adviseurs lopen er na 1 januari nog rond?