De PE-examens zijn straks elke drie jaar en omvatten ook steeds een periode van drie jaar. Verkiezingsgedreven kamervragen gaan dat echt niet veranderen.
Soms vraag ik me af waarom bepaalde vragen door Tweede-Kamerleden worden gesteld. Natuurlijk: de verkiezingstijd nadert en Kamervragen zijn altijd wel weer goed voor enige publiciteit. En met sommige vragen kun je een bepaalde beroepsgroep laten zien dat je bijzonder in hun wel en wee bent geïnteresseerd en dat kan dan weer voorkeurstemmen gaan opleveren. Maar soms is het wel erg doorzichtig.
Zo heeft Aukje de Vries recent aan de minister gevraagd of het werkelijk waar is dat bij de komende PE-examens (vanaf april 2017) onderwerpen bevraagd gaan worden over de periode 2014-2016. Want, aldus mevrouw De Vries, de minister had de Tweede Kamer toch duidelijk toegezegd dat er alleen onderwerpen uit het meest recente kalenderjaar zouden worden bevraagd. Het antwoord van de minister durf ik wel te voorspellen.
Want: zo’n toezegging heeft de minister nooit gedaan. Sterker: over de PE-examens zijn niet eerder Kamervragen gesteld. Het enige moment waarop in de Tweede Kamer over de PE-examens is gesproken, is voorafgaand aan de invoering van het huidige vakbekwaamheidssysteem (ergens in 2012) en toen was de voltallige VVD-fractie voorstander. Dat weet mevrouw De Vries natuurlijk ook wel.
De minister gaat (zo schat ik in) antwoorden dat het systeem van de driejaarlijkse PE-examens meebrengt dat het uitermate logisch is, dat ook de keus van onderwerpen steeds een periode van drie jaar omvat. Dat sluit nu eenmaal het beste bij elkaar aan. En daar zal de minister meteen aan toevoegen dat het natuurlijk niet de bedoeling is dat onderwerpen bevraagd gaan worden die weliswaar drie jaar geleden zijn ingevoerd, maar inmiddels hun actualiteit al lang hebben verloren. In 2017 gaat echt niet naar het verplichte eigen risico in de zorg uit 2014 worden gevraagd. (Ik hoop overigens ook niet naar het eigen risico uit 2017, want ik vind dat niet de meest zinvolle vragen voor een adviseur, maar u begrijpt wat ik bedoel.)
Waarschijnlijk legt de minister ook nog uit dat hij inderdaad wel eens een periode van één jaar in de Tweede Kamer heeft genoemd. Maar dat was uitdrukkelijk in het kader van de overgangsregeling en de PE-Plusexamens. Die afspraak is de minister nagekomen, ook al werd die overgangstermijn daarna eens zo lang als oorspronkelijk voorzien.
Dit soort vragen is kat-in-het-bakkie voor de minister. Aardig daarbij is wel dat mevrouw De Vries ook heel relevante vragen aan de minister kan stellen. Daar kom ik volgende week op terug.