Directeurswisseling bij NIBE-SVV

Joke Elzenaar treedt terug uit haar functie als directeur van NIBE-SVV. “Er rijdt nu een prima trein”, aldus Elzenaar. “Het is nu zaak voortdurend aansluiting te houden bij de veranderende markt en niet alleen op te leiden voor vandaag, maar ook voor de toekomst.” Ze maakt daarom plaats voor Jeanette Hadderingh, de ideale kandidaat om het stokje van haar over te nemen, vindt de vertrekkende directeur. Elzenaar gaat zich de komende jaren richten op de Bestuursacademie Nederland, een andere opleider binnen NCOI Groep.

Elzenaar was sinds 2014, sinds de overname van NIBE-SVV door NCOI, directeur van NIBE-SVV. Bij de overname trof Elzenaar een bedrijf aan wat toe was aan een opknapbeurt. Nadat eerst een nieuwe structuur werd neergezet en de stafafdelingen waren geïntegreerd in de NCOI-organisatie, kwam de focus al snel te liggen op de klant. Elzenaar investeerde veel tijd in het achterhalen van de opleidingswensen en -behoeften van de klant. Daartoe werd een nieuwe Raad van Advies ingericht met leden afkomstig van diverse banken, verzekeraars en brancheorganisaties.

Alle opleidingen van NIBE-SVV werden doorgelicht. Dit alles resulteerde in een aanpak, waarbij, veel meer dan voorheen, ingezet werd op e-Learning. Binnen NCOI Groep was al veel ervaring opgedaan met online leeromgevingen. Ook banken en verzekeraars worden steeds digitaler. En zij hadden te maken met duizenden mensen die opgeleid moesten worden binnen het kader van de Wft. Het inzetten op e-Learning sloot daar goed bij aan.

“Er werd heel hard gewerkt bij NIBE-SVV”, zegt Elzenaar. “We hebben moeten herontwikkelen, bijontwikkelen en digitaliseren. Tegelijkertijd werden ook de vakopleidingen onder de loep genomen, want we wisten dat de Wft-hausse eind 2016 voorbij zou zijn. Naast het aanbieden van de initiële Wft-opleidingen en examens wilden we na de Wft-hausse niet in een gat vallen. 
Vele sessies met klanten volgden. Daaruit bleek dat de vakopleidingen gezien werden als uniek. Wel was het nodig deze opleidingen te moderniseren, aan te passen aan de moderne tijd. 

Een mooi bedrijf

“Ik ben trots op wat we in korte tijd bereikt hebben”, aldus Elzenaar. “Er staat nu een mooi bedrijf, echt state of the art. De opleidingsprogramma’s zijn actueel en modern vormgegeven. Er zit nu veel meer een opleidingsvisie achter. De klassikale sessies zijn veel actiever nu, meer opgebouwd rondom een casus. Niet meer een docent die een verhaal staat te vertellen, maar helpt te leren. Dat is echt een slag die we gemaakt hebben.”

Elzenaar concludeert: “We zitten best in een lastige krimpende markt, maar we doen het toch heel erg goed.” Ze benadrukt: “Dat is de inspanning van iedereen geweest. Ik kon rekenen op een enorm enthousiast team wat er helemaal voor ging. Ze kregen heel veel op hun bordje, maar ze bleven luisteren naar de klant en bleven continu bezig om de problemen op te lossen waar klanten tegenaan liepen. Dat heeft wat moois opgeleverd. En dat alles heeft uiteindelijk tot een totaal andere beeldvorming van NIBE-SVV geleid.” 

Opleiden voor morgen

Volgens Elzenaar zit haar werk er nu op: “Er rijdt nu een prima trein. Ik denk dat het dan goed is om het stokje over te dragen, aan iemand met een frisse blik die weer haar ambitie formuleert naar de toekomst toe.” Volgens de vertrekkende directeur is Jeanette Hadderingh de ideale kandidaat voor de functie. Hadderingh is namelijk al ruim zes jaar als salesmanager werkzaam bij NCOI, met in haar pakket de financiële dienstverlening als klantengroep. Zij is daardoor goed ingevoerd in de financiële dienstverlening en dus bekend in deze markt. Ook door haar presentatie van de webinars is zij een bekend gezicht. En ze kent NIBE-SVV, de producten en de mensen.

Elzenaar: “De uitdaging zit hem in de markt. Die krimpt niet alleen, maar die verandert ook. De kunst blijft bijblijven en zelfs een beetje voorop gaan lopen. Niet alleen opleiden voor vandaag, maar ook opleiden voor morgen.”

Hadderingh: “Er is veel werk verzet de afgelopen jaren en de uitdaging ligt nu met name in het behouden van de klantfocus. Het is belangrijk er voortdurend voor te zorgen dat we het juiste aanbod hebben voor vandaag én morgen. Toekomstgericht opleiden, dat is waar we op in willen zetten. We zullen ook inzetten op het opleiden van een ander type mensen. In het rapport van het World Economic Forum wordt gesteld dat de skills stability bij banken 48 procent is. Dus de helft van de functies verdwijnt of verandert. Van degenen die blijven, wordt misschien nog wel meer dan nu  echt vakmanschap gevraagd.

Ook bij de medewerkers in die nieuwe functies, bijvoorbeeld een grote groep ict’ers, is het heel belangrijk dat er een bepaalde mate van kennis van het bank- en verzekeringsvak is.”
Eind dit jaar komt NIBE-SVV met een Next Gen Academy met opleidingen die daarbij aansluiten, over big data, cybersecurity, riskmanagement, digitaal adviseren, zo kondigt de nieuwe directeur aan. “Eigenlijk een programma voor de financial professional next generation.” 

Verbinden

Hadderingh is van plan om de komende tijd te investeren in wat ze noemt het ‘verbinden’ met diverse partijen, zoals brancheorganisaties, samenwerkende organisaties en klanten. Ze vindt het belangrijk dat NIBE-SVV zichtbaar is in de markt, ervaren wordt als een partner. En dat organisaties NIBE-SVV weten te vinden als ze advies nodig hebben over vragen als ‘welke kant gaat het op’, ‘wat betekent dat voor de opleiding van onze mensen’, et cetera.

Volgens Hadderingh past ook de UvA Academie voor Bank en Verzekeringen, een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en NIBE-SVV, hier uitstekend bij. Hiermee voorziet NIBE-SVV op alle niveaus in een passend onderwijsaanbod.

Maar de nieuwe directeur ziet ‘verbinden’ nog veel breder. Zo biedt het leggen van een verbinding tussen de vakinhoud van NIBE-SVV en de opleidingen van andere onderdelen van NCOI mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan de opleidingen van Computrain voor de ict’er, die van LECTRIC voor de online marketeer of de erkende opleidingen van NCOI en de vaardigheidstrainingen van BVO. “Door de familie die we zijn, is er geen ontwikkelvraag meer die we niet kunnen invullen”, aldus Hadderingh.