Wanneer een adviseur advies geeft over een financiële oplossing aan een echtpaar of ongehuwd stel, dan heeft die oplossing vaak financiële gevolgen voor beiden. Kifid deed een uitspraak die duidelijk maakt in hoeverre de adviseur beide personen moet betrekken bij het adviestraject.
Belang van de Kifiduitspraak
De uitleg van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en uitspraken van civiele rechters en Kifid hebben de reikwijdte van de zorgplicht in de loop der jaren steeds meer verduidelijkt. Ook deze uitspraak van Kifid is daarom belangrijk. Die laat zien dat er ook grenzen zijn aan de zorgplicht.
Adviseren en de zorgplicht
Een adviseur moet het klantbelang telkens voorop stellen. Hij moet eerst voldoende inventariseren, het advies laten aansluiten op die inventarisatie en het advies ook goed uitleggen aan de klant. Maar er zijn wel grenzen aan de zorgplicht, zoals de Kifiduitspraak toont. Het volgende was het geval:
De casus
Een echtpaar (man en vrouw) wil in 2013 graag hun hypothecaire krediet oversluiten. Ze winnen advies in bij een tussenpersoon. De adviesgesprekken vinden plaats tussen de adviseur en de man. Op basis van de gesprekken wordt het hypothecaire krediet van € 560.000 overgesloten naar een andere bank. Aan dit krediet is een overlijdensrisicoverzekering gekoppeld, die € 60.000 uitkeert bij het overlijden van één van de echtelieden.
In 2015 overlijdt de man en wordt er € 60.000 uitgekeerd aan de vrouw. Met die uitkering wordt het hypothecaire krediet wel verlaagd, maar omdat de vrouw nauwelijks inkomen heeft, kan ze de maandlasten van de resterende lening niet betalen. Ze moet de woning verkopen. De vrouw klaagt hierover bij de adviseur: als ze had geweten wat het risico bij overlijden van haar man was geweest, dan zou ze een veel hogere overlijdensrisicoverzekering op het leven van haar man hebben afgesloten. Ze vindt dat de adviseur het verschil moet vergoeden tussen wat ze minimaal had moeten verzekeren om in de woning te blijven en de werkelijke verzekeringsuitkering. Ze dient een klacht in bij Kifid.
Wat vindt Kifid?
Volgens Kifid moet een adviseur:
- beschikken over de nodige deskundigheid en vakkennis;
- de financiële belangen van zijn cliënten naar beste eer en geweten behartigen;
- zich vergewissen van de wensen en doelstellingen van zijn cliënten; en
- hen op een zodanige wijze informeren dat zij tot weloverwogen beslissingen kunnen komen ten aanzien van het al dan niet aangaan van een verzekering.
Maar Kifid volgt de vrouw niet in het argument dat de adviseur de vrouw persoonlijk en expliciet had moeten wijzen op de risico’s van de keuze voor een zo lage overlijdensrisicoverzekering. Kifid:
“de zorgplicht van de Adviseur strekt niet zo ver dat hij – ingeval één van de echtelieden niet bij de adviesgesprekken aanwezig is – deze persoon actief dient te benaderen en hem/haar uitdrukkelijk dient te wijzen op de gevolgen van bepaalde keuzes. De adviseur mag er redelijkerwijs van uitgaan dat de door de aanwezige echtgenoot gemaakte keuzes in gezamenlijk overleg door de echtelieden zijn gemaakt, behalve als de adviseur signalen krijgt die hem anders doen vermoeden.”
Kifid noemt nog een paar extra argumenten om de vordering van de vrouw af te wijzen:
- Allereerst wist zij dat haar man bezig was met het oversluiten van de hypotheek. Ze heeft daarvoor ook diverse documenten ondertekend. En ze was op de achtergrond wel aanwezig bij een van de gesprekken tussen de adviseur en haar man. Als ze het echt zo belangrijk vond, had ze zelf het initiatief kunnen nemen om bij het gesprek aanwezig te zijn, of er achteraf met de adviseur over te praten. Dat heeft ze niet gedaan. Dan kan de adviseur ervan uitgaan dat ze het eens was met de lage overlijdensrisicodekking.
- Ook zou de vrouw een overlijdensrisicoverzekering hebben moeten afsluiten van ongeveer € 435.000 om in de woning te kunnen blijven wonen. Een dergelijke verzekering had ze ook niet voordat de hypotheek was overgesloten. Er was vóór het oversluiten zelfs helemaal geen overlijdensrisicoverzekering. Dus de restschuld van de vrouw is na het oversluiten lager geworden dan die vóór het oversluiten zou zijn geweest.
Kifid stelt de adviseur dan ook in het gelijk. Dit houdt in dat een advies aan een echtpaar niet zo ver gaat, dat een adviseur beide echtelieden individueel op alle risico’s moet wijzen. Hij moet, als er sprake is van maar 1 gesprekspartner, wel nagaan of er signalen zijn dat er verschil is in wensen en doelstellingen van de beide klanten.
Ook van belang bij andere financiële producten
Deze uitspraak van Kifid gaat alleen over hypotheekadvies. Wel is deze uitspraak, voor wat betreft de reikwijdte van de zorgplicht, door te trekken naar adviezen over andere financiële producten.
Meer weten?
Verschillende NIBE-SVV-opleidingen gaan in op de zorgplicht van de adviseur: