Op 19 september 2017 (Prinsjesdag) heeft het demissionaire kabinet zijn plannen voor 2018 bekendgemaakt. De meest relevante overheidsplannen zetten we voor u op een rijtje. Attentie, omdat er op korte termijn een nieuw kabinet aan lijkt te komen, zullen de plannen waarschijnlijk nog wijzigen.
De Troonrede bevatte een positieve boodschap. De economie trekt aan, het begrotingstekort is weggewerkt en de staatsschuld is gedaald. Waar het CBS vorig jaar nog een begrotingstekort verwachtte van 0,7% in 2017, blijkt er een overschot te komen van 0,6%. In 2018 wordt dit overschot zelfs 0,8%. Dat komt neer op € 7,8 miljard.
De economie van Nederland groeit dit jaar naar verwachting met 3,3% en volgend jaar nog eens met 2,5%. Er was een lagere groei verwacht, vanwege onder meer de lagere inkomsten uit aardgas en een stagnerende werkloosheid. Maar juist die werkloosheid blijkt sterker afgenomen dan aanvankelijk aangenomen.
Toch profiteert niet iedereen van deze positieve macro-economische cijfers. Het kabinet heeft er dan ook voor gekozen om kwetsbare groepen die er volgend jaar niet op vooruit zouden gaan, iets extra’s te geven. De kosten daarvan zijn € 425 miljoen. Het gaat met name om uitkeringsgerechtigden en AOW-gerechtigden zonder of met een laag aanvullend ouderdomspensioen.
Nederland is verder kwetsbaar op de lange termijn: door de vergrijzing zullen de kosten voor onder meer de zorg nog verder toenemen. Volgend jaar wordt alleen al € 435 miljoen extra uitgegeven om de kwaliteit van verpleeghuizen te verbeteren.
In de Miljoenennota en Rijksbegroting 2018 gaan de meeste mensen erop vooruit, mede door de koopkrachtreparatie van € 425 miljoen. Maar er zijn ook huishoudens die erop achteruit gaan, zoals AOW-gerechtigden met een relatief hoog aanvullend ouderdomspensioen en mensen met een vervroegd pensioen. Bijna een kwart van de pensioengerechtigden levert dus juist in. Bij de werkenden geldt dat overigens ook voor zo’n 13%. Zo daalt bijvoorbeeld de koopkracht van een alleenverdiener met 2 kinderen met een inkomen van € 30.000 in 2018 met -0,1%.
Oorzaak van de verschillen in koopkrachtontwikkeling zijn voor een deel de wijzigingen in de inkomstenbelasting en toeslagen. De tariefschijven in de inkomstenbelasting worden bovendien een beetje aangepast. Het tarief in de tweede en derde schijf gaat licht omhoog (met 0,05%), terwijl het vierde en hoogste tarief juist met 0,05% daalt naar 51,95%. De grens om in het hoogste tarief van de inkomstenbelasting te komen, ligt in 2018 op € 68.507 (2017: € 67.072).
Een ander belangrijk onderdeel van de inkomstenbelasting is het systeem van de heffingskortingen. Er zijn veel verschillende heffingskortingen. De maximale algemene heffingskorting wordt verhoogd van € 2.254 naar € 2.265, en de afbouw van deze heffingskorting (voor inkomens boven de € 20.142) gaat minder snel dan in 2017.
Andere veranderingen:
De zorgtoeslag wordt verhoogd voor lage inkomens. De verhoging is sterker dan de geraamde verhoging van de zorgpremie en het eigen risico. De zorgpremie zal naar verwachting met circa € 6 per maand stijgen tot € 113,50. Het eigen risico wordt verhoogd van € 385 naar € 400 per jaar.
Het kindgebonden budget wordt voor het tweede kind verhoogd met € 71. Bovendien wordt het recht op het kindgebonden budget minder snel afgebouwd, waardoor meer mensen hier recht op zullen hebben.
Al eerder in 2017 is aangekondigd dat de fictieve rendementen op vermogen vanaf 1 januari 2018 naar beneden worden bijgesteld. Voor vermogens tot € 100.000 per belastingplichtige geldt in 2017 nog dat er 0,86% belasting over geheven wordt. In 2018 gaat dit omlaag naar 0,80%. Ook in de hogere vermogensschijven gaan de tarieven licht omlaag.
Vanaf 1 januari 2018 wordt de inkeerregeling afgeschaft. Dat is de regeling die mensen die geen of onvoldoende vermogen hebben opgegeven bij de belastingaangifte, de gelegenheid geeft zichzelf te melden om zo een deel van hun boete te vermijden. Iemand die vanaf 1 januari 2018 wordt betrapt op het hebben van vermogen dat niet is opgegeven, komt niet meer in aanmerking voor standaard matiging van de boete over de alsnog verschuldigde belasting. Dit geldt zelfs als de belastingplichtige zelf aangeeft dat hij eerder onvoldoende heeft opgegeven.
Er is weinig groot nieuws op het gebied van sociale zekerheid. De begroting van het kabinet voor 2018 staat in het teken van de uitvoering en implementatie van bestaand beleid. Twee concrete punten die wel vermeldenswaard zijn:
Er komt meer geld voor gemeentelijke schuldhulpverlening. Gemeenten worden hierdoor slagvaardiger in het helpen van inwoners met problematische schulden.
Onlangs is aangekondigd dat het kabinet akkoord is met vrijwillige verlenging van de uitkeringsduur van een Werkloosheidsuitkering. De WW-uitkeringsduur wordt in etappes afgebouwd tot maximaal 24 maanden. Werkgevers kunnen binnenkort in hun cao’s afspreken dat hun werknemers na afloop van de ‘gewone’ WW een private WW-uitkering blijven ontvangen. De werknemer betaalt daarvoor wel zelf een bijdrage.
De financiële situatie van Nederland is robuust te noemen. De staatsschuld neemt niet alleen in relatief, maar ook in absoluut opzicht af. De staatsschuld is tussen 2013 en 2016 al afgenomen van € 368 miljard naar € 363 miljard. De afname lijkt, door het begrotingsoverschot, verder af te zullen nemen tot € 343 miljard in 2018.
Met de overheidsfinanciën is het volgens het kabinet wel in orde. Ook de commerciële financiële sector doet het steeds beter op het gebied van transparantie en integriteit.
Het kabinet ziet door de toenemende diversiteit, concurrentie en transparantie in de Nederlandse financiële sector dat gevestigde marktpartijen worden uitgedaagd tot het verlagen van prijzen en het vergroten van keuzemogelijkheden voor consumenten en bedrijven.
Er komt nieuwe wetgeving, die innovatieve diensten in het betalingsverkeer mogelijk moet maken. Het kabinet erkent dat FinTech-bedrijven graag willen toetreden tot de Nederlandse financiële sector, maar dat de huidige wet- en regelgeving en toezichtkaders hier nog onvoldoende rekening mee houden. Samen met DNB en de AFM wordt gewerkt aan initiatieven om FinTech-bedrijven te laten toetreden tot de Nederlandse financiële sector. Deze initiatieven hebben vooral betrekking op maatregelen ter verbetering van het vergunningverleningsproces en mogelijkheden om te kunnen differentiëren in type vergunning in combinatie met meer proportionaliteit van de vergunningseisen.
Alle Prinsjesdagstukken Rijksoverheid
Samenvatting Miljoenennota
(Bron: Wft Triple A)
Op Woensdag, 13 December, 2023, 10:55
Vorige maand bespraken we de top 7 trends in de financiële dienstverlening, waarvan duurzaamheid er één is. Het blijkt een onmisbare trend te zijn. Hoewel er al jaren aandacht wordt besteed aan ESG en duurzaamheid, wijst de website Duurzaam Ondernemen erop dat de sector nog steeds voor aanzienlijke uitdagingen staat.