De Brexit stond gepland voor 29 maart. Maar op 21 maart heeft de Europese Unie (EU) uitstel verleend aan het Verenigd Koninkrijk (VK) tot 22 mei. Tegelijkertijd is een harde no deal-Brexit een reële optie geworden. Wat betekent een eventuele harde Brexit voor de financiële sector? Veel is nog onduidelijk, maar wat erover bekend is, zetten we voor u op een rijtje.
Stand van zaken
Op 13 maart heeft het Engelse Lagerhuis opnieuw gestemd over de Brexit. Het sprak zich met 321 tegen 278 stemmen uit tegen een no deal-Brexit. Op 14 maart volgde een stemming over uitstel van de Brexit. Met grote meerderheid ging het Lagerhuis daarmee akkoord. De vraag was of de EU daarmee zou instemmen. Op de EU-top op 21 maart werd inderdaad uitstel verleend, maar wel met voorwaarden. Als het Lagerhuis op 12 april nog geen ja heeft gezegd tegen de deal met de EU, dan betekent dat volgens de EU dat de Britten hoe dan ook uit de EU willen. Dan wordt 12 april de nieuwe Brexitdatum.
Zijn Nederlandse financiële instellingen voldoende voorbereid?
Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) beschikt het merendeel van de financiële instellingen in Nederland over een Brexitplan, zo blijkt uit een enquête van DNB (
DNB Bulletin, december 2018). Maar de
Autoriteit Financiële Markten(AFM) geeft aan dat nog niet alle Nederlandse financiële ondernemingen zich voldoende voorbereiden op een no deal-Brexit en roept hen op dat alsnog te doen. Ook DNB gaf onlangs aan dat voorbereiding op een no deal-Brexit nog steeds nodig is.
Waar krijgen de instellingen mee te maken?
Wat de gevolgen van een harde Brexit precies zijn, is nog onduidelijk. Maar wat er in grote lijnen over bekend is, brengen we hier voor u in kaart. De informatie is gebaseerd op de huidige stand van zaken en kan dus nog wijzigen.
Vergunningen
Bij een harde Brexit beschikken dienstverleners uit het Verenigd Koninkrijk (VK) niet langer over de benodigde vergunning om deze diensten uit te voeren. Een optie voor Nederlandse financiële instellingen is om over te gaan op dienstverleners binnen de EU. Veel instellingen hebben dat inmiddels gedaan of zijn ermee bezig.
- Beleggen: Het Nederlandse ministerie van Financiën publiceerde op 4 februari 2019 een regeling tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstellingsregeling Wft, in verband met de Brexit. Bij een harde Brexit worden ondernemingen die vanuit het VK in Nederland beleggingsdiensten verlenen aan of handelen voor eigen rekening met Nederlandse professionele marktpartijen tot 1 januari 2021 vrijgesteld van de vergunningplicht in Nederland, mocht er geen terugtrekkingsovereenkomst zijn. Voorwaarde is dat deze ondernemingen onder het VK-toezicht staan. Deze regeling moet de negatieve gevolgen beperken van een harde Brexit. De regeling eindigt in ieder geval 2 jaar nadat deze van kracht is geworden.
- Clearing: Bij een no deal-Brexit voorziet DNB problemen met de centrale clearing van derivaten. Nederlandse financiële instellingen maken op grote schaal gebruik van derivatenmarkten voor het afdekken van risico’s. Daarbij plaatst een centrale tegenpartij (CCP) zich tussen koper en verkoper om het tegenpartijrisico af te dekken. In de EU zijn maar een beperkt aantal alternatieve CCP’s beschikbaar die op korte termijn grote volumes uit het VK kunnen overnemen. De Europese Commissie heeft inmiddels wel met een besluit de toegang tot CCP’s in het VK tijdelijk gewaarborgd.
- Verzekeringen: Herverzekeraars in het VK hebben bij een harde Brexit mogelijk niet langer de juiste vergunning, om schadeclaims aan verzekeraars in de EU te mogen uitbetalen. Veel Nederlandse verzekeraars hebben dit risico ondervangen door bijvoorbeeld doorlopende contracten tijdig te verplaatsen naar herverzekeraars in de EU.
Privacy
Bij een no deal-Brexit kunnen er problemen ontstaan bij de vrije uitwisseling van persoonsgegevens met partijen in het VK. De meeste financiële instellingen schatten dit risico in als beperkt en maken gebruik van de beschikbare ruimte in de Europese privacywetgeving om een vrije uitwisseling van persoonsgegevens met partijen buiten de EU te realiseren. Bij gebruik van datacentra in het VK is het wel extra opletten.
De
European Data Protection Board (EDPB), waarin alle nationale privacytoezichthouders zijn verenigd, hebben onlangs hun visie op een no deal-Brexit bekendgemaakt. Volgens de Board hebben bedrijven bij een harde Brexit
4 mogelijkheden om persoonsgegevens naar het Verenigd Koninkrijk te sturen. Dit geldt alleen als de Europese Commissie het Verenigd Koninkrijk aanwijst als land met een adequaat beschermingsniveau voor gegevensverwerking. Per categorie geeft de EDPB een korte toelichting en/of een verwijzing naar bestaande uitleg. Het gaat om:
1. Standard or ad hoc Data Protection Clauses, opgesteld door de Europese Commissie;
2. Binding Corporate Rules, die bedrijven zelf hebben afgesproken;
3. Gedragscodes of Certificatieschema’s;
4. Uitzonderingen conform artikel 49 Avg.
Zie ook de
informatie van de Autoriteit Persoonsgegevens hierover.
Transport
Een harde Brexit heeft in de eerste plaats grote invloed op de douaneformaliteiten.
Lees de tips van brancheorganisatie Fenex
Een harde Brexit zal vertraging bij transporten opleveren. Het Verbond van Verzekeraars adviseert transporteurs om in aanloop naar 29 maart tijdig vergunningen aan te vragen en de lading zoveel mogelijk vooraf digitaal in te klaren. Ook is het van belang vooraf goed na te denken over de timing van het transport, juist om vertraging en mogelijke gevolgschade te voorkomen. Daarbij horen ook heldere afspraken met de verzekeraar om de risico’s van echt onvoorziene situaties af te dekken.
De zakelijke markt
Onduidelijk is of lading die bederft door lange wachttijden bij de grens wordt vergoed. Het Verbond van Verzekeraars hierover:
“… hangt van veel verschillende factoren af, waaronder de voorwaarden en de omstandigheden. De aansprakelijkheid voor de vervoerder is via internationale verdragen gelimiteerd. Dat is prettig voor de vervoerder, maar een risico voor de eigenaar van de lading. Voor handel met het VK is dit nieuw maar op andere bestemmingen buiten de EU niet.”
Meerdere verzekeraars hebben in zakelijke contracten de Brexit expliciet genoemd als uitsluitingsvoorwaarde.
Polisvoorwaarden
Verzekeringsmaatschappijen moeten hun verzekeringsvoorwaarden controleren op de gevolgen van een eventuele Brexit, zoals de formulering van het dekkingsgebied. WA-verzekeraars moeten zich bij een no deal-scenario voorbereiden op het verstrekken en/of vervangen van een aanzienlijk aantal groene kaarten.
Sociale zekerheid
Nederland heeft eenzijdig overgangsmaatregelen afgekondigd in geval er inderdaad geen akkoord wordt bereikt over de uittreding. Bij een harde Brexit hanteert Nederland een overgangsregeling van 15 maanden, tot 1 juli 2020, voor onderdanen van het VK die nu al in Nederland wonen en/of werken. (Maar omgekeerd hanteert het VK een overgangsregeling van maar 3 maanden!)
Door overgangsmaatregelen van zowel de EU en Nederland als het VK ontstaat een ingewikkeld speelveld. Dat de gehanteerde overgangstermijnen per aandachtsgebied verschillen maakt het nog complexer. De EU beveelt aan geen langere overgangstermijn dan een jaar te hanteren.
Onder de overgangsregeling zijn de Britten geen EU-onderdanen meer. Gedurende deze overgangsperiode behouden ze het recht op verblijf, werk en studie in Nederland. Dat geldt ook voor gezinsleden (ook wanneer deze niet een EU-nationaliteit hebben). De IND gaat de Britten actief benaderen en een brief sturen die bedoeld is als tijdelijke verblijfsvergunning. Deze brief is het bewijs van de rechten gedurende de overgangsperiode. De Britten hoeven zelf geen actie te ondernemen. Het initiatief gaat uit van de IND.
Britten die momenteel recht hebben op een verzekering voor de zorgverzekeringswet, een kinderbijslaguitkering, kindgebonden budget of huursubsidie ontvangen, blijven deze ontvangen (blijven hiertoe gerechtigd) gedurende de overgangsperiode, zo lang als men aan de voorwaarden blijft voldoen.
Voor studenten geldt dat het recht op studiefinanciering blijft bestaan, net zoals voor andere EU-onderdanen.
Download de Kamerbrief van minister Koolmees over de sociale zekerheid bij no deal-Brexit
Nederlandse uitkeringen
Het kabinet gaat uit van de ‘eerbiedigende werking’ bij Nederlandse uitkeringen voor Nederlanders in het VK (AOW, WIA, WAZO, ANW, ZW, WAO). Maar de mogelijkheid om met behoud van maximaal 3 maanden WW in het VK te gaan solliciteren, vervalt. Want in een no deal-Brexitscenario is er geen vrij werknemersverkeer. Het kabinet wil ook de kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag twee kwartalen na datum van terugtrekking van het VK laten vervallen.
Lees ook de informatie op de SVB-website
Fiscaal overgangsrecht in het geval van een harde Brexit
Met het vervallen van het recht op vrij verkeer van werknemers en kapitaal ontstaat een heel nieuw speelveld met misschien een geheel nieuw fiscaal stelsel in vergelijking met de Europese fiscale stelsels (om Engeland als vestigingsland aantrekkelijker te maken), aldus
werkgeversvereniging AWVN.
Nederland heeft nu eenzijdig een overgangsmaatregel aangekondigd in geval van een no deal-scenario. Ook na een harde Brexit blijft het bilaterale belastingverdrag tussen Nederland en het VK in stand. Dit komt erop neer dat bij een harde Brexit voor de belastingen wordt gedaan alsof het VK de EU nog niet verlaten heeft. Het overgangsrecht geldt in beginsel voor de rest van het jaar. Dit voornemen schrijft staatssecretaris Snel in een
brief aan de Tweede Kamer op 4 februari.
Pensioen
De Europese pensioenrichtlijn bepaalt dat een werknemer zich niet verplicht hoeft aan te sluiten bij een pensioenregeling in het werkland, als hij in het eigen land al deelneemt aan een aanvullende pensioenregeling. Als straks deze richtlijn niet meer van toepassing is, dan kunnen werkgevers en werknemers te maken krijgen met dubbele deelname en dubbele kosten.
Over de AOW: zie de website van SVB
Toezicht
Een gevolg van een harde Brexit is dat eerder in het VK verblijvende ondernemingen verhuizen naar een land binnen de EU. Een mogelijke toename in het aantal in Nederland gevestigde instellingen en de omvang van hun activiteiten kan hiervan het gevolg zijn. Op de site van
New Financial wordt Dublin genoemd als meest aantrekkelijke stad om naartoe te verhuizen, gevolgd door Luxemburg (60), Parijs (41), Frankfurt (40) en Amsterdam (32).
Een harde Brexit zal daarom ook van invloed zijn op de toezichtcapaciteit, stelt DNB in de
ZBO-begroting. De AFM gaat ervan uit dat tussen de 30 en 40% van de Europese handel in financiële instrumenten zich in Nederland vestigt. Daarmee wordt Nederland binnen de EU27 het centrum voor de financiële handel. AFM: “De komst van deze partijen zal ook een aanzuigende werking hebben op andere dienstverlenende bedrijven. Bovendien versterkt het de toegang voor Nederlandse pensioenfondsen en andere vermogensbeheerders tot de kapitaalmarkt”, zo schrijft de AFM in haar
Trendzicht 2019.
Het betekent wel een uitbreiding van de taken van de AFM. Investeringen in extra capaciteit, kennis en ondersteunende diensten zoals het verwerken van transactiedata, zijn nodig, meent de AFM.
Omgekeerd heeft de Brexit ook invloed op het toezichtregime in het VK. Hoe dit regime zich zal ontwikkelen is van belang voor de Europese verzekeringssector. Die is bang voor het ontstaan van een ongelijk speelveld.
Brexit-voucher
Nederlandse mkb-bedrijven die economische belangen hebben in het Verenigd Koninkrijk kunnen een
Brexit-voucher aanvragen. Daarmee kunnen ze advies inwinnen over de gevolgen van de Brexit voor de onderneming op het terrein van logistiek of het vrij verkeer van werknemers, goederen en diensten. Met de Brexit-voucher krijgt de mkb-onderneming een vergoeding van 50% van de werkelijk gemaakte kosten, tot een maximum van € 2.500 exclusief btw.
Themapagina
Het Verbond van Verzekeraars heeft onlangs op haar website een
themapagina Brexit toegevoegd. De webpagina biedt niet alleen relevante informatie voor verzekeraars, maar ook voor verzekerden/polishouders. Het Verbond heeft toegezegd de informatie op de themapagina regelmatig te actualiseren.
Toekomstige ontwikkelingen
NIBE-SVV volgt de ontwikkelingen op de voet. En daar waar mogelijk passen we
onze opleidingen aan aan de nieuwste ontwikkelingen.