Vanaf 1 augustus 2022 krijgen organisaties te maken met nieuwe regels die voortvloeien uit de implementatie van de Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden (Richtlijn (EU) 2019/1152). De nieuwe regels zijn onmiddellijk van kracht. Het hoofddoel van de nieuwe regels is het verbeteren van de bescherming van de werknemer door transparantere en beter voorspelbare arbeidsvoorwaarden. De nieuwe regels hebben ook betrekking op de verplichte scholing.
De implementatie van de Europese richtlijn krijgt vorm in het Nederlandse recht in artikel 7:611a van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel krijgt een aanvulling. Daarin is geregeld dat wanneer de werkgever op grond van toepasselijk Unierecht, nationaal recht en/of een cao verplicht is zijn werknemers scholing te bieden om het werk waarvoor zij zijn aangenomen uit te voeren, hij deze scholing kosteloos moet aanbieden aan de werknemer. Hij mag de kosten dus niet langer verhalen op de werknemer. Ook vallen hier de additionele kosten onder, zoals reiskosten, examengelden en boeken en ander studiemateriaal. De werkgever moet de scholing zoveel mogelijk aanbieden onder werktijd. De werkgever mag zelf kiezen of hij de verplichte scholing zelf verzorgt of een derde vraagt deze scholing te verzorgen.
Op grond van de nieuwe regels is een studiekostenbeding waarin de kosten voor verplichte scholing (uiteindelijk) ten laste van de werknemer komen, nietig (lees: ‘niet geldig’). Vanaf 1 augustus is het daardoor niet relevant of de opleiding met goed of slecht gevolg is afgelegd of dat de werknemer binnen een bepaalde termijn de arbeidsovereenkomst beëindigt. De nieuwe regels gaan zowel voor bestaande als nieuwe werknemers gelden. Werkgevers zullen daarom eventuele studiekostenbedingen moeten aanpassen in nieuwe (model)arbeidsovereenkomsten.
Niet iedere opleiding valt onder de nieuwe regels. Het gaat alleen om opleidingen die de werkgever op grond van wet of cao verplicht is aan te bieden. Onder scholing wordt niet verstaan een beroepsopleiding of opleiding die een werknemer verplicht moet volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie, tenzij de werkgever verplicht is deze aan te bieden aan de werknemer op grond van het Unierecht, het nationale recht of een cao. Zo vallen bijvoorbeeld de zogenoemde ‘gereglementeerde beroepen’ niet onder de nieuwe regels.
Adviserende medewerkers in de financiële sector zijn verplicht om hun vakbekwaamheid op peil te houden. Zij moeten hun Wft-diploma door middel van PE-examens onderhouden, willen zij (legaal) kunnen adviseren. Strikt genomen is een Wft-opleiding voor een Wft-diploma of -certificaat niet wettelijk verplicht; je hoeft geen opleiding te volgen om examen te mogen doen. Het is natuurlijk wel verstandig om een opleiding te volgen omdat dit je slagingskans voor het examen zeer waarschijnlijk vergroot.
De wet schrijft werkgevers ook niet voor om Wft- of Wft-PE-opleidingen aan te bieden aan hun werknemers. Financieel dienstverleners kunnen wel hun vergunning kwijtraken als ze niet-vakbekwame medewerkers laten adviseren. De meeste werkgevers hebben daarom wel belang bij het vakbekwaam houden van hun medewerkers, maar er is geen wettelijke verplichting voor werkgevers om werknemers vakbekwaam te houden en hen opleidingen aan te bieden.
Wettelijk gezien zal een Wft-opleiding niet onder de nieuwe regels vallen. Maar op cao-niveau is dat wellicht anders.
In sommige cao’s vind je namelijk een bepaling dat de werkgever de opleidingen die nodig zijn voor de uitoefening van de functie bekostigt. NIBE-SVV concludeert dat het vooral zal afhangen van de cao waarbij de werkgever is aangesloten. Zo hebben werknemers bij een werkgever aangesloten bij de CAO Banken profijt van de nieuwe regels. In de nieuwe cao staat:
“Het volgen van opleidingen die noodzakelijk zijn voor de directe functie-uitoefening in de huidige of in overleg met de werkgever eerstvolgende intern beoogde functie, vindt in werktijd plaats. De kosten hiervan worden door de werkgever gedragen.”
Zij kregen dus al hun voor de functie benodigde opleiding vergoed van de werkgever. Per 1 augustus krijgen ze dankzij de nieuwe regels daarnaast ook nog de reiskosten, examengelden en herkansingen vergoed.
"Onze interpretatie van de nieuwe regels voor de Wft-opleidingen hebben we voorgelegd aan het ministerie van Financiën. Een woordvoerder van dit ministerie laat weten: "Het is een verdedigbare uitleg dat de Wft-scholing niet onder deze wet valt. De vakbekwaamheidsverplichting is enigszins te vergelijken met de bevoegdheid om onderwijs te geven. In de Memorie van Antwoord bij deze implementatiewet wordt uitgelegd dat dit in beginsel niet valt onder de verplichting uit artikel 7:611a BW. Tegelijkertijd kunnen wij een andere uitleg ten aanzien van de vakbekwaamheid in de financiële sector niet geheel uitsluiten. Individuele omstandigheden kunnen tot een andere conclusie leiden. Ook kan in rechtspraak (bijvoorbeeld van het Europees Hof) anders worden geoordeeld. De richtlijn die deze wet beoogt te implementeren is niet volledig duidelijk op dit punt."
De veranderingen komen, kort samengevat, neer op het volgende:
Tip: informeer bij je werkgever of de nieuwe regels gelden voor jou en je collega’s.
Dat kan je misschien flink wat geld besparen.
Bij NIBE-SVV kun je terecht voor alle Wft- en Wft-PE-opleidingen.
En mocht je werkgever niet bij een dergelijke cao aangesloten zijn, dan wijzen we je graag ook op de STAP-subsidie en de mogelijkheid bij NIBE-SVV om een combinatiepakket Wft Adviseur Schadeverzekeringen Particulier of een ander combinatiepakket af te nemen. Daarmee kun je volledig met STAP-subsidie een Wft-beroepskwalificatie behalen.