Regels en protocollen zijn reuze handig. Maar horen wel ten dienste van de maatschappij te staan en niet daar juist een belemmering voor te zijn.
Vorige week stond in de Volkskrant een artikel over een jongetje dat geprobeerd had iets onbenulligs te stelen in de supermarkt. Mag natuurlijk niet. Vervolgens was dat jongetje door de politie meegenomen en had een flink aantal uren in de cel gezeten. Want dat moet nu eenmaal volgens het protocol ‘Niemand weg zonder overleg’. Daarbij kunnen kinderen maximaal 9 uur worden vastgehouden om alle bureaucratische formaliteiten af te wikkelen. Het jongetje kwam er vrij getraumatiseerd uit. Omdat niemand gelukkig is met die situatie vindt er nu een proef plaats waarbij (zoals vroeger) de politie zo’n kind ook een strenge reprimande mag geven. Let op het woord ‘mag’; dus niet ‘moet’. De politie heeft beleidsvrijheid; denk aan veelplegertjes.
Een pagina verder in dezelfde krant stond een artikel over een kokkelvisser, een kaasmaker en een kleine kippenfokker. Voor alle drie gold dat zij zich richtten op kleinschalige ambachtelijke productie van unieke levensmiddelen. En voor alle drie gold dat zij daarmee gingen stoppen. Het voldoen aan alle regels en protocollen van vergunningen en keuringsinstanties met bijbehorende verplichte administratieve vastlegging van gegevens was onbetaalbaar geworden. Dat is alleen nog betaalbaar als je 100.000 kilo van dezelfde kaas of 100.000 kippen van dezelfde soort op de markt brengt. Bijzondere producten gaan daarmee verloren. Misschien voorgoed.
Aan bovenstaande voorbeelden kun je makkelijk een rijtje toevoegen van regels en protocollen waar de zorgsector, het onderwijs en tal van andere bedrijfstakken last van hebben. En uw eigen bedrijfstak natuurlijk. Het is geen toeval dat steeds meer kleine en middelgrote verzekeraars verdwijnen en dat ook in het intermediaire bedrijf steeds minder kleinbedrijf te vinden is. Met al die regels en protocollen wordt het werk er niet leuker op. Erger is dat deze ook leiden tot een verschraling van het aanbod voor de consument. Soms zelfs zoveel dat de maatschappij als geheel daar last van heeft. Daar schreef ik een kleine twee maanden geleden al een stukje over op het platform Flink (zie hier) en gisteren kon u daarover ook lezen in het FD.
Maar hoe los je dat nu op? Het is veel te makkelijk om te zeggen dat alle regels en protocollen maar afgeschaft moeten worden. Protocollen zijn buitengewoon handig en (of u het nu leuk vindt om te lezen of niet) veel regels zijn nodig geworden door een gebrek aan zelfbeheersing en fatsoen. Maar veel regels en protocollen zijn er ook omdat die nu eenmaal zo makkelijk zijn. Makkelijk voor de financieeldienstverlener en makkelijk voor de toezichthouder. De financieeldienstverlener die precies wil weten waar hij zich aan moet houden (en dus de grens daarvan kan opzoeken). En de toezichthouders die precies kunnen aangeven waar een eventuele grens is overschreden (en dus een sanctie kunnen opleggen).
Maar dat je als bank, verzekeraar of intermediair een grens op kúnt zoeken, betekent natuurlijk niet dat je dat ook móet doen. En volgens mij leggen de toezichthouders, zeker de AFM, sancties alleen op als uiterste middel.
Daar ligt wel een oplossing. Voor veel regels geldt ‘pas toe of leg uit’ (comply or explain). Zeker in de financiële dienstverlening wordt veel te weinig gebruik gemaakt van dat ‘leg uit’. Waarschijnlijk uit een ongerechtvaardigde angst dat de toezichthouders een fatsoenlijke, redelijke uitleg niet accepteren. Dat is jammer. Juist professionele beroepsbeoefenaren moeten weten waar redelijke en fatsoenlijke grenzen liggen. Zolang die redelijkheid en dat fatsoen niet gepasseerd worden, hebben toezichthouders geen reden tot ingrijpen. Zeker niet als de klant en/of de maatschappij daar hinder van zouden hebben.
Regels en protocollen zijn reuze handig. Maar horen wel ten dienste van de maatschappij te staan en niet daar juist een belemmering voor te zijn.