Er is op dit moment geen kwalitatief hoogstaand, betrouwbaar en werkbaar UBO-register. Dit schrijven het Verbond van Verzekeraars (Verbond), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Verenigde Betaal Instellingen Nederland (VBIN) in een paper die ze onlangs naar de ministeries van Economische Zaken en Klimaat, en Financiën hebben gestuurd. Volgens de brancheorganisaties betekent een gebrekkig UBO-register veel extra werk en kosten voor financiële instellingen. Bovendien is het ook in het nadeel van klanten, omdat het de acceptatie en soepele dienstverlening bemoeilijkt.
Het UBO-register komt voort uit de gewijzigde Europese vierde anti-witwasrichtlijn. Het Nederlandse UBO-register is onderdeel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) en moet zorgen voor inzicht in de uiteindelijke belanghebbenden (UBO’s), oftewel degenen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een organisatie. Het UBO-register is daarmee een belangrijk middel in de strijd tegen witwassen en het financieren van terrorisme. Het Nederlandse UBO-register is op 27 september 2020 ingevoerd.
Nederlandse ondernemers kregen vanaf de invoering van het register 18 maanden de tijd om de gegevens van de UBO door te geven. Maar anderhalf jaar later zijn nog maar 37,7% van alle UBO’s geregistreerd, zo blijkt uit een brief van 14 april van minister Kaag aan de Tweede Kamer. Zo’n 700.000 eigenaren hebben zich nog niet geregistreerd.
De problemen met het UBO-register die de brancheorganisaties noemen in het paper, zijn:
De overheid heeft zich tot nu toe terughoudend opgesteld bij de handhaving in afwachting van de uitkomst van een rechtszaak die is aangespannen bij het Europese Hof van Justitie. Die zaak betreft de vraag of het Luxemburgse UBO-register het recht op privacy schendt.
Minister Kaag heeft in haar brief van 14 april 2022 benadrukt dat het voor een effectieve aanpak van witwassen van groot belang is dat zoveel mogelijk organisaties hun UBO’s registreren. Ze roept daarom alle organisaties die dit nog niet gedaan hebben, op om dit alsnog te doen. Ook geeft ze aan te starten met de handhaving, want ze vindt dat men voldoende, 18 maanden, de tijd heeft gehad voor de registratie.
Het niet-voldoen aan de registratieplicht in het UBO-register betekent een overtreding van de Handelsregisterwet en is daarnaast een delict onder de Wet op de economische delicten. Dat betekent dat verschillende sancties mogelijk zijn, waaronder een bestuurlijke boete, een last onder dwangsom, en in zeer uitzonderlijke gevallen een gevangenisstraf, zo schrijft Kaag. Maar er komt altijd eerst per brief een laatste waarschuwing met een termijn om alsnog aan de registratieplicht te voldoen, zo stelt ze.
Inmiddels hebben de eerste 500 organisaties een waarschuwingsbrief ontvangen van het Bureau Economische Handhaving.
Minister Kaag schrijft in haar brief ook dat er niet genoeg mankracht is om de registratieplicht te handhaven. Daarom krijgt de handhaving in sectoren waar de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme het grootst zijn, voorrang.
In het opleidingsaanbod van NIBE-SVV vind je diverse opleidingen die ingaan op het UBO-register en de verplichtingen zoals registratie- en meldplicht: