De Europese Commissie heeft een ambitieus actieplan voor financiële diensten opgesteld. Maar of iedereen daar nou zo blij mee is?
Actieplannen van de Europese Commissie zijn altijd de moeite waard. Zeker als het gaat om financiële diensten voor de consument onder het motto “Betere producten, meer keuze’. Niet helemaal onverwacht is de reactie van ons kabinet nogal zuinigjes.
‘Betere producten, meer keuze’ is een schoolvoorbeeld van een motto waar iedereen het wel mee eens zal zijn. Het valt regelrecht in de categorie ‘Honger de wereld uit’, ‘Vrede op aarde’ en ‘Weg met overbodige regels’. Het probleem zit niet in het motto, maar in de wijze waarop dat mooie doel bereikt zou moeten worden. Dat raakt steevast het hart van de Europese problematiek.
Ruwweg kunnen EU-regels in twee groepen worden verdeeld: (1) regels die de concurrentie bevorderen en (2) regels die de consument beter moeten beschermen. En vaak, zeker in de financiële dienstverlening, staan die twee doelstellingen haaks op elkaar. De concurrentie is er bij gebaat als regels in alle EU-landen exact hetzelfde zijn. Dat vergemakkelijkt het zaken doen over de grens. Het schept – in theorie – ook een gelijk speelveld binnen de EU. Maar tegelijk is dat een probleem voor die landen die een (veel) hogere mate van consumentenbescherming hebben dan hun collega-lidstaten. Zo zou minister Dijsselbloem graag de flitskredieten willen aanpakken die vanuit Engeland worden aangeboden. Maar dat kan dus niet. Exit gelijk speelveld én consumentenbescherming.
Dus op het moment dat de Europese Commissie laat weten dat zij de nationale consumentenbeschermings- en –gedragsregels gaat onderzoeken om na te gaan of deze ‘ongerechtvaardigde belemmeringen voor grensoverschrijdende zakelijke activiteiten creëren’ (punt 8 van het actieplan), staat ons Ministerie van Financiën op scherp. Voor je het weet presenteert de Europese Commissie (om maar eens wat te noemen) een uniform EU-vakbekwaamheidssysteem dat het midden houdt tussen alles wat op dat gebied in de EU is te vinden. (Dag Wft-beroepskwalificaties.) Precies om die reden heeft het kabinet al laten weten ‘niet direct voorstander’ te zijn van actiepunt 7: ‘Een diepere eengemaakte markt voor consumentenkrediet’. Beschouw dat ‘niet direct voorstander’ maar als een eufemisme.
Natuurlijk zijn er ook punten in het actieplan die ons kabinet van harte ondersteunt. Daaronder punt 5 dat (mede) beoogt ‘de grensoverschrijdende erkenning van verklaringen in verband met het schadeverleden (die worden gebruikt voor de berekening van no-claimbonussen) te verbeteren’. Zeg maar: een Europese no-claimverklaring. Staat op de agenda voor het 4e kwartaal van dit jaar. Ik ben ook warm voorstander van zo’n erkenning. Gezien de resultaten die verzekeraars in ons land op de motorrijtuigtekening maken, staan buitenlandse verzekeraars vast te trappelen om hier meer verzekeringen te mogen sluiten. Is DNB vast ook heel blij mee.