Het provisieverbod kan op onderdelen worden versoepeld. Dat liet minister Dijsselbloem weten op het Jubileumcongres van de Beursbengel.
Op enkele punten verdient het provisieverbod een versoepeling. Aldus minister Dijsselbloem op het jubileumsymposium dat vandaag werd gehouden ter gelegenheid van het 80-jarig bestaan van de Beursbengel bij de Arena in Amsterdam (de geboorteplaats van de Beursbengel).
Nadat het symposium officieel was geopend met het luiden van de echte Beursbengel (de bel die vroeger op de assurantiebeurs hing in de Beurs van Berlage), sprak minister Dijsselbloem over de effecten die de Wft voor het verzekeringsbedrijf heeft gehad. Daarbij kwam ook het provisieverbod langs. Vooruitlopend op de verdere evaluatie van het provisieverbod maakte de minister duidelijk dat vooral op het gebied van de complexe financiële producten dit verbod heeft voldaan aan de beoogde doelstellingen. ‘De consument lijkt duidelijk voordeel te hebben van dit verbod: adviezen zijn tegelijkertijd beter en veel voordeliger geworden’.
Maar er zijn ook schaduwzijden. De minister maakt zich ongerust over met name de situatie van de zzp-er. Dat is een doelgroep die in het algemeen toch al niet op voorhand overtuigd is van het nut van een AOV en een ouderdomsvoorziening. Voor grote groepen zzp-ers aan de onderkant gaat het daarbij ook om relatief dure voorzieningen. Een te hoge drempel voor het zich laten adviseren over een arbeidsongeschiktheidsverzekering en een pensioenvoorziening is daarmee een schadelijk en onbedoeld neveneffect van het provisieverbod. Dat is nadelig voor de zzp-er zelf, maar uiteindelijk ook voor de samenleving als collectief. Uiteindelijk zal er toch voor iedereen die arbeidsongeschikt is een inkomensvoorziening moeten zijn. Terugvallen op de bijstand is niet prettig voor de zzp-er, maar ook niet voor de samenleving. Een versoepeling van het provisieverbod voor deze categorieën, dan wel een mogelijkheid om die advieskosten over de looptijd van het product uit te smeren lijken de minister haalbare alternatieven.
De minister maakte ook duidelijk dat hij op dit moment geen actie onderneemt om het provisieverbod te wijzigen. ‘Lopende de evaluatie lijkt mij dat niet elegant’, aldus de minister. Het is beter eerst alle resultaten van die evaluatie af te wachten en dan een gewogen beslissing te nemen, die eerst nog aan marktpartijen en andere belanghebbenden ter consultatie wordt voorgelegd. De minister wees daarbij ook op het demissionair zijn van de huidige regering: ‘geen gebruikelijk moment om dan principiële besluiten te nemen’.