De nieuwe bedragen van het minimumloon en overige cijfers uit de sociale zekerheid zijn bekend. Elk half jaar (op 1 januari en 1 juli) worden die aangepast. De halfjaarlijkse aanpassingen in de sociale zekerheid hebben zowel invloed op volksverzekeringen (zoals AOW en Anw) als op werknemersverzekeringen (WW en WIA).
De hoogte van de sociale uitkeringen is gebaseerd op de hoogte van het wettelijk minimumloon. Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers wordt per 1 juli 2017:
(De bedragen die tussen haakjes staan, zijn de bedragen uit de periode van 1 januari 2017 tot 1 juli 2017.)
Het wettelijk minimumloon wordt verhoogd met een vakantietoeslag van € 125,24 per jaar. Dit zijn de bedragen voor werknemers van 22 jaar en ouder met een fulltime dienstverband.
Voor jongeren vanaf 15 jaar gelden andere, lagere, minimumloonbedragen. Die zijn berekend op basis van een staffel:
Minimumloonbedragen 1 juli 2017
Leeftijd | Staffeling | Per maand | Per week | Per dag |
21 jaar | 85% | € 1.330,60 | € 307,05 | € 61,41 |
20 jaar | 70% | € 1.095,80 | € 252,90 | € 50,58 |
19 jaar | 55% | € 860,95 | € 198,70 | € 39,74 |
18 jaar | 47,5% | € 743,55 | € 171,60 | € 34,32 |
17 jaar | 39,5% | € 618,35 | € 142,70 | € 28,54 |
16 jaar | 34,5% | € 540,05 | € 124,65 | € 24,93 |
15 jaar | 30% | € 469,60 | € 108,40 | € 21,68 |
Vorig jaar gold het wettelijk minimumloon alleen nog voor werknemers van 23 jaar en ouder; inmiddels is dat dus 22 jaar.
Het effect van verlaging van deze leeftijdsgrens op de werkgelegenheid wordt in de gaten gehouden. Als er geen negatieve gevolgen zijn voor de werkgelegenheid, dan gaat de leeftijd waarop 100% van het wettelijk minimumloon wordt ontvangen automatisch verder omlaag naar 21 jaar.
Bijstandsuitkeringen (uitkeringen in het kader van de Participatiewet) zijn gebaseerd op 70% van het netto minimumloon (alleenstaanden) of 100% van het netto minimumloon (gehuwden of samenwonenden van 21 jaar en ouder). Wanneer meer dan 2 volwassenen samenwonen op hetzelfde adres, dan geldt de kostendelersnorm, waardoor de bijstandsnorm per bewoner lager is.
Belangrijke volksverzekeringen zijn de Algemene Ouderdomswet (AOW) en Algemene nabestaandenwet (Anw).
Bedragen AOW en Anw
Uitkering | Situatie | Brutomaandbedrag vanaf 1 juli 2017, inclusief vakantiegeld (oude bedrag) |
AOW | Alleenstaand | € 1.231,95 (was € 1.224,96) |
Samenwonend zonder partnertoeslag | € 851,23 (was € 845,74) | |
Samenwonend met maximale partnertoeslag | € 1.676,90 (was € 1.665,92) | |
Anw | Nabestaande | € 1.273,86 (was € 1.250,62) |
De bedragen zijn inclusief vakantiegeld, maar exclusief de inkomensondersteuning voor ouderen en exclusief de nominale zorgpremie en zorgtoeslag.
De belangrijkste werknemersverzekeringen zijn de Werkloosheidswet (WW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
De hoogte van deze uitkeringen zijn in beginsel een vastgesteld percentage van het laatstverdiende loon. Dit laatstverdiende loon is echter gemaximeerd tot het ‘maximum dagloon’. Het maximumdagloon wordt per 1 juli 2017 vastgesteld op € 207,60 per dag (was € 205,77), op jaarbasis € 54.183,60 (was € 53.705,97).
Een WW-uitkering is gemaximeerd op 75% (eerste 2 maanden) van het maximumdagloon en daarna op 70% van dit maximumdagloon.
Een WIA-uitkering is gemaximeerd op 75% (eerste 2 maanden of langdurig en volledig arbeidsongeschikten) van dit maximumdagloon of 70% van het maximumdagloon (na twee maanden en niet langdurig en volledig arbeidsongeschikt).
Hieronder staan de brutomaandbedragen:
Voor adviseurs is het belangrijk te kunnen inschatten hoe de inkomenssituatie is wanneer zich een inkomensrisico voordoet (arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, overlijden partner of het bereiken van de pensioenleeftijd). Adequate informatie over de overheidsregelingen op het gebied van de sociale zekerheid is daarom onontbeerlijk.
In diverse opleidingen van NIBE-SVV komt de sociale zekerheid aan bod: