De klant had door een timmerman een lichtkloof in zijn keuken laten plaatsen. Bij het bevestigen daarvan met een slagplug had de timmerman zonder het te merken door de standleiding geboord. Stom misschien, maar ook een timmerman kan fouten maken. De fout viel pas later op toen er na gebruik van de bovengelegen badkamer een beperkte hoeveelheid water langs de keukenmuur liep. De klant meldde de schade (ongeveer € 1.600,-) bij zijn woonhuisverzekeraar.
De verzekeraar wees de schade af. In eerste instantie omdat de schade niet voldeed aan het criterium ‘onvoorzien uitstromend’. Want als je een gat in een afvoerleiding boort, is het voorzienbaar dat daar water uit gaat stromen. Een paar brieven en e-mails later voegde de verzekeraar daar een tweede afwijzingsgrond aan toe. De polisvoorwaarden bevatten ook een na-u-clausule (non-contributionclause). Een dergelijke clausule houdt in dat de verzekering geen dekking biedt als de schade ook gedekt is door een andere verzekering. Die andere verzekering is er, aldus de verzekeraar, daarbij verwijzend naar de AVB van de timmerman. De klant moest zijn schade daar maar gaan verhalen, vond de verzekeraar. De verzekeraar voegde daar (overigens geheel onjuist) nog aan toe dat hij, de verzekeraar, bij een onverplichte uitkering geen verhaalsrecht op de timmerman zou hebben.
Zoals te verwachten maakt het Kifid korte metten met deze wijze van schadebehandeling. Natuurlijk is het voorzienbaar dat er water uit een afvoerleiding stroomt als je daar een gat in boort. Als de verzekerde het gat zelf zou hebben geboord, had je wellicht kunnen discussiëren over de vraag hoe voorzienbaar het voor hem was dat de standleiding op die plek in de muur zat. Maar de verzekerde had niet zelf geboord; een timmerman had dat gedaan. En bij het criterium ‘onvoorzien’ gaat het natuurlijk over de vraag of er voor de verzekerde sprake is van een onvoorzien uitstromen. Wat het beroep op de na-u-clausule betreft, wijst het Kifid er op dat die betrekking heeft op samenloop van verzekeringen die hetzelfde belang dekken. Daarvan is hier geen sprake. De woonhuisverzekering dekt het eigenaarsbelang van de klant; de AVB dekt het vermogensbelang van de timmerman. Het Kifid had daar nog aan toe kunnen voegen dat een verzekeraar die een schade wil afwijzen zich in één keer op alle afwijzingsgronden moet beroepen en niet kopje-over spelen door steeds weer een nieuw argument te noemen. De verzekeraar moet de schade dus alsnog betalen.
Maar waar ik me het meest over verbaas: voordat een zaak bij het Kifid komt, moet de interne klachtenprocedure bij de verzekeraar zelf gevolgd zijn. Dat een schadebehandelaar zulke fouten maakt, snap ik al niet, maar ontbreekt al deze basale kennis nu ook bij leidinggevenden en klachtenbehandelaars van deze verzekeraar? Gelukkig zijn er naast opleidingen voor verzekeringsadviseurs ook opleidingen voor schadebehandelaren.