Je ziet steeds meer zonnepaneleninstallaties op daken. Dat is goed voor het milieu. Maar de toename gaat ook gepaard met een toename van het risico op brand. En daarmee neemt ook het risico toe dat zonnepanelendeeltjes zich in de (wijde) omgeving verspreiden. Wie ruimt die deeltjes op en wie draait voor de kosten op? Daar is nog weinig duidelijkheid over.
Als zonnepanelen beschadigd raken door brand, ontstaan er verbrande en onverbrande resten. Bij een grote uitslaande brand is er sprake van een enorme warmteontwikkeling. De warmte stijgt op en voert in de rook allerlei stoffen mee, die ergens anders neerkomen. Vaak verspreiden de deeltjes zich veel verder dan alleen het eigen terrein. Ze komen terecht op weilanden waar koeien grazen, of in gewassen. Dit kan een gevaar voor de voedselveiligheid opleveren. De zonnepanelendeeltjes moeten dan ook worden opgeruimd.
Wie verantwoordelijk is voor het opruimen van die zonnepanelenrestanten en of de verzekering de opruimingskosten dekt, is echter een vraag waarop (nog) geen eenduidig antwoord te geven is. De problematiek blijkt complex:
Vanuit de maatschappelijke rol van verzekeraars heeft het Verbond van Verzekeraars deze problematiek inmiddels aan de orde gesteld en een werkgroep samengesteld. Die heeft gekeken naar de huidige definities in polisvoorwaarden van opruimingskosten en de milieuschadeverzekering (MSV). Hieruit blijkt dat er geen sluitende dekking is voor de opruiming(skosten) van zonnepanelenrestanten. Als mogelijke oplossing voor het probleem heeft het Verbond voorbeelddefinities gemaakt die verzekeraars kunnen gebruiken om een uitbreiding te doen op de dekking onder de brandverzekering of de milieuschadeverzekering. Verder heeft de Stichting Salvage nu ook het mandaat gekregen om te handelen namens verzekeraars als er sprake is van opruiming van zonnepaneelrestanten. Ook wordt er een opruimingsprotocol voor schadebedrijven gemaakt.
Het Verbond van Verzekeraars heeft inmiddels samen met de VOAM en Stichting Salvage een onderzoeksprotocol ‘zonnepaneel incidenten’ opgesteld. Doel van het protocol is dat alle betrokken partijen weten wie wat moet doen na een incident waarbij zonnepanelendeeltjes zijn vrijgekomen.
Niet alleen verzekeraars hebben het moeilijk met die opruimingskosten. Ook voor adviseurs is het een puzzelstuk: welke verzekering dekt wat, sluiten de verzekeringen van de klant goed op elkaar aan? Hoewel de verzekeraars een stap in de goeie richting hebben gezet, blijkt het voor een adviseur in de praktijk nog steeds lastig. Een paar dingen die kunnen helpen:
NIBE-SVV heeft verschillende opleidingen waarin de op dit gebied relevante verzekeringen aan bod komen: