De Eerste Kamer heeft op 7 maart de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen aangenomen. Op 20 december 2016 zou de Eerste Kamer het wetsvoorstel behandelen. Maar te elfder ure verzocht staatssecretaris Wiebes van Financiën de Eerste Kamer om het voorstel aan te houden in verband met een fiscaaltechnische kwestie. Er zou een miljardenstrop aan gemiste belastinginkomsten kunnen ontstaan, doordat het wetsvoorstel de mogelijkheid zou bieden om toekomstige indexaties in één keer in aftrek te nemen.
Wiebes heeft vervolgens onderzoek gedaan naar de consequenties van de in te voeren regelgeving. Op 23 januari 2017 heeft hij bij de Tweede Kamer een novelle ingediend. Daarin stelt de staatssecretaris voor om het wetsvoorstel enigszins aan te passen, met name in de situatie dat er sprake is van zogenoemd ‘extern eigen beheer’.
In de novelle komt de staatssecretaris terug op zijn eerdere opvatting dat de indexatielast in één keer ten laste van het resultaat kan worden genomen bij afkoop of omzetting in een oudedagsverplichting. Hij stelt vast dat bij afkoop of omzetting naar een oudedagsverplichting een activapost van niet-uitgevoerde indexaties zonder voordeel wegvalt. Dat zou niet gebeuren als een dga besluit om het pensioen premievrij in stand te houden. Degene die kiest voor afkoop of omzetting naar een oudedagsverplichting wordt in de ogen van de staatssecretaris ‘te streng’ behandeld. Daarom past hij het wetsvoorstel via de novelle, op dit punt als volgt aan:
Als het opgebouwde pensioen in 2016 en 2017 gezamenlijk ten minste 150% hoger is dan het in 2015 opgebouwde pensioen, wordt verondersteld dat er is gespeculeerd op de afkoopfaciliteit. Voor dit deel geldt dan de afkoopsanctie, inclusief 20% revisierente.
De wet komt erop neer dat er geen verdere pensioenopbouw in eigen beheer meer mogelijk is. Een dga krijgt drie jaar de tijd om te kiezen wat hij wil gaan doen met de reeds opgebouwde pensioenaanspraken. Er zijn drie mogelijkheden:
De ingangsdatum zal de eerste dag van de maand na publicatie in het Staatsblad zijn. Naar verwachting is dit 1 april 2017. De ‘overige fiscale pensioenmaatregelen’ uit het wetsvoorstel zullen dan met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 ingaan. De termijn van drie maanden waarbinnen dga’s aan de nieuwe wet moeten voldoen, gaat vanaf de nieuwe ingangsdatum tellen.
Een dga heeft dus drie maanden de tijd, dat wil zeggen tot 1 juli 2017, om de nodige zaken te regelen rondom de afschaffing van het pensioen in eigen beheer. Denk daarbij aan onder andere het premievrij maken van het in eigen beheer opgebouwde pensioen, het aanpassen van de pensioenbrief, het eventueel terughalen van een extern verzekerd pensioendeel en de besluitvorming over deze punten in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Voor het eventueel terughalen van een extern verzekerd pensioendeel is het voldoende dat de externe verzekeraar van de dga vóór 1 juli een verzoek tot overdracht heeft ontvangen. De administratieve afhandeling kan dan vervolgens binnen de gebruikelijke termijnen in 2017 plaatsvinden.
Voor een adviseur is het van belang om scherp in het vizier te hebben welke gevolgen uitstel en aanpassing van de wetgeving hebben. Wees extra attent op de relatief weinig voorkomende variant ‘extern eigen beheer’ (slechts 6% van de dga’s hebben ‘extern eigen beheer’).
NIBE-SVV heeft ook een aantal opleidingen die de nieuwe wetgeving behandelen:
Op 12 december 2016 organiseerde NIBE-SVV een webinar over dit onderwerp. U kunt dit webinar nog steeds terugkijken.
Ook in de Beursbengel van april 2017 verschijnt een artikel over de wetgeving rondom de afschaffing van het dga-pensioen in eigen beheer.