Wisselen van geneesmiddel kan voor een patiënt negatieve gevolgen hebben. Toch komt het voor dat een patiënt ineens een vergelijkbaar medicijn krijgt dat goedkoper of beter leverbaar is. Om problemen voor de patiënt te voorkomen, is er een praktisch handvat verschenen, de Leidraad verantwoord wisselen medicijnen. Deze is ontwikkeld zowel voor de patiënt als voor de patiëntorganisatie, voorschrijver, apotheker en zorgverzekeraar. De leidraad biedt handvatten over hoe je in de praktijk komt tot een verantwoorde wisseling van een medicijn naar een ander medicijn met dezelfde werkzame stof, sterkte, toedieningsvorm en afgiftepatroon.
Jaarlijks wisselt ruim een miljoen patiënten één of meerdere keren van medicijn. Ruim 40% wisselt 1 keer per jaar. En ruim 35% zelfs 3 keer of meer per jaar. Voor een relatief groot aantal gebruikers heeft dit gevolgen. Ruim een derde voelt zich zieker en bijna de helft ondervindt negatieve bijwerkingen op zowel emotioneel vlak als fysiek en sociaal.
Dat sommige patiënten negatieve gevolgen ondervinden van de medicijnwissel was in 2018 voor de toenmalig minister voor Medische Zorg en Sport aanleiding om met partijen in het veld te proberen afspraken te maken over het veilig en verantwoord wisselen van geneesmiddelen. Die poging mislukte. Nu heeft de huidige minister Kuipers een nieuwe poging gedaan, met succes. Het resultaat is de Leidraad verantwoord wisselen medicijnen, met 14 werkafspraken waaraan Patiëntenfederatie Nederland, FMS, NHG, LHV, KNMP en ZN zich hebben verbonden.
De werkafspraken in de Leidraad geven aan hoe je in de praktijk op een verantwoorde manier wisselingen tussen geneesmiddelen kunt toepassen.
In de Leidraad zijn geneesmiddelen ingedeeld in 3 lijsten: rood, oranje en groen.
Geneesmiddelen op de rode lijst worden in principe niet gewisseld, tenzij dat echt niet anders kan, zoals bij een tekort. Bij deze medicijnen is het uiterst onwenselijk om een afwijkende samenstelling te hebben. En dat kan zowel een te hoge als een te lage dosis zijn. Als een medicijn uit deze categorie tijdelijk niet beschikbaar is, dan moet de voorschrijver van het medicijn en de apotheek vooraf overleggen met de patiënt. Ook voor dit overleg zijn er richtlijnen. In bijlage B van de Leidraad zijn de medicijnen te vinden die in de categorie Rood staan vermeld.
Bij afwijken van de rode of oranje lijst door middel van de codering MN, mag de zorgverzekeraar de apotheker daarop niet (financieel) afrekenen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als de wisseling leidt tot de verstrekking van een geneesmiddel dat niet het preferente middel is van de zorgverzekeraar. Omgekeerd kan de zorgverzekeraar, als de toepassing van MN afwijkt van het landelijk gemiddelde, de arts en de apotheker vragen om een toelichting.
Geneesmiddelen op de groene lijst kunnen in principe zonder meer gewisseld worden, tenzij er patiëntspecifieke factoren zijn die maken dat het voor de individuele patiënt toch niet verantwoord is. Ook hier moet sprake zijn van een zorgvuldige begeleiding door de voorschrijver van het medicijn en de apotheek. En ook hier kan de voorschrijver in voorkomende gevallen ‘Medische Noodzaak’ op het recept plaatsen. Deze codering betekent echter niet per definitie dat het voorgeschreven medicijn wordt vergoed. Zo kan in de polisvoorwaarden van de verzekeraar staan dat dit nieuwe medicijn niet zomaar wordt vergoed. In dat geval dient de apotheek in overleg te treden met de voorschrijver van het medicijn.
De verdere regels en bijzonderheden zijn in de Leidraad uitgewerkt. Zo bepaalt Werkafspraak 2 dat medicijnen in de rode lijst wel kunnen worden gewisseld met een generiek medicijn. Dat is dan éénmalig en alleen na zorgvuldige afstemming met de patiënt. En in de Werkafspraken 3 en 4 spreken de partijen af dat ze voor medicijnen in de oranje en groene lijst er alles aan zullen doen om het aantal wisselingen zo beperkt mogelijk te houden, dat wil zeggen maximaal 1 keer per 2 jaar.
Ook de zorgverzekeraar heeft een taak. Deze dient verzekerden, voorschrijvers van medicijnen, apothekers en patiëntenorganisaties vroegtijdig te informeren over nieuw aan te wijzen, preferente medicijnen. Ook dient hij ongevraagd algemene informatie te verstrekken over inkoopbeleid en het vergoeden van medicijnen. Dit alles is te vinden in Werkafspraak 7.
Voor een klacht over zijn huisarts of apotheek, over het al dan niet verstrekt krijgen van een bepaald medicijn, kan een patiënt terecht bij Stichting Klachten & Geschillen Eerstelijnszorg (SKGE).
De uiteindelijke eindverantwoordelijke voor het voorschrijven van de juiste medicijnen is uiteraard de arts die het medicijn voorschrijft. De apotheek heeft daarbij een belangrijke signaalfunctie. En de verzekeraar zal ook de vinger aan de pols moeten houden waar het gaat om afwijkingen (MN’s). Als hij te veel afwijkingen constateert dan dient hij dat te bespreken met de voorschrijver van het medicijn en met de apotheek.
Ook in enkele opleidingen van NIBE-SVV kom je meer over dit onderwerp te weten:
Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen met onze PA-tool Wft Triple A!