Het overstapseizoen voor de zorgverzekering komt er weer aan. Voor 2022 wisselden 1,2 miljoen verzekerden van zorgverzekeraar, aldus Vektis. Dat is 6,7% van de verzekerden. Al jaren schommelt het overstappercentage tussen 6 en 7%. De overstappercentage voor 2023 kunnen wel eens wat hoger uitvallen.
De 2 meest genoemde aanleidingen om zich te gaan oriënteren op een nieuwe zorgverzekering zijn de premie voor het nieuwe jaar en de verwachting dat er andere zorg nodig is in het nieuwe jaar. Premie als overstapreden werd in 2022 iets minder vaak genoemd dan in 2021 (17 versus 21%) en anticipatie op andere zorg juist vaker (16 versus 13%).
De prijs blijft verreweg de belangrijkste reden om daadwerkelijk voor een andere verzekering te kiezen (53%). Andere belangrijke redenen zijn de dekking (32%) en de vrije keuze van zorgaanbieders (15%), zo blijkt uit het Consumentenonderzoek zorgverzekeringsmarkt 2022 (acm.nl).
Een belangrijke verandering in het verzekeringsjaar 2023 is het stoppen van de collectiviteitskorting op de basisverzekering. Zorgverzekeraars mogen per 2023 geen collectiviteitskorting meer geven. Op de aanvullende zorgverzekering blijft het geven van korting wel mogelijk. En collectiviteiten zelf mogen gewoon blijven bestaan.
Een collectieve zorgverzekering is een zorgverzekering die je afsluit met een grote groep mensen. Het collectief staat open voor een bepaalde groep verzekerden die bijvoorbeeld bij gemeenten, werkgevers of ledenorganisaties horen. De afspraken hebben betrekking op een korting op de basisverzekering en de aanvullende verzekeringen.
Met deze collectiviteiten hadden verzekeraars de mogelijkheid om voor specifieke groepen speciale pakketten samen te stellen gericht op medische behandelingen waar de verzekerden in de groepen baat bij hebben. Een patiëntenvereniging voor mensen met COPD biedt bijvoorbeeld een collectieve zorgverzekering met extra vergoedingen voor fysiotherapie. Helaas is de collectieve zorgverzekering volgens de regering vooral ingezet als marketinginstrument door de verzekeraars, als een manier om verzekerden vast te houden en om nieuwe groepen laagdrempelig te bereiken.
De bedoeling van de collectieve zorgverzekering was om in te spelen op specifieke behoeften. In de praktijk blijkt dat vrijwel alle collectiviteiten gericht zijn op een kortingspercentage en verder nergens op, zo vindt de regering.
De regering wil af van de korting. Die was eerder fictief dan echt, met name een sigaar uit eigen doos van verzekerden: de premie wordt eerst verhoogd voor iedereen en vervolgens krijgt een bepaalde groep verzekerden dit terug alsof het een korting is. Alleen de duurdere verzekeraars geven een collectiviteitskorting en ook nog eens alleen op hun duurdere basisverzekeringen. Je krijgt dus korting op een te hoge premie.
Om het systeem eerlijker en transparanter te maken, verdwijnt de korting. Het verbieden van de collectieve korting op de basisverzekering is een politieke beslissing. Met ingang van 2020 werd de korting voor de basiszorgverzekering al teruggebracht van 10 naar maximaal 5%. En in 2023 volgt dus de volledige afschaffing van de korting.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hierover: “Collectieve zorgverzekeringen hebben soms een klein prijsvoordeel, maar bieden geen op maat gesneden zorg. Ze zijn te weinig onderscheidend.”
Bovendien heeft een individuele zorgverzekering zonder collectiviteit in veel gevallen zelfs een lagere premie dan een polis mét collectiviteitskorting. Volgens de Zorgthermometer van Vektis is voor het derde jaar op rij de gemiddelde individuele zorgverzekering goedkoper dan een collectieve: € 1.459 versus € 1.513 (gemiddeld betaalde jaarpremies in 2022).
Nu een verzekeraar geen afwijkende basispremies meer hanteert en er minder collectieve verzekeringen zijn, wordt het gemakkelijker om zorgverzekeringen met elkaar te vergelijken op prijs en inhoud. Dit zal vermoedelijk leiden tot een stijging van het aantal overstappers.
Ook zal het vervallen van de gedeeltelijke korting tot gevolg hebben dat de premie voor de basisverzekering in 2023 in ieder geval duurder uitvalt voor degenen in een collectief. Daardoor zullen waarschijnlijk veel meer verzekerden de dekking en de premie van de huidige verzekeraar gaan vergelijken met die van andere verzekeraars. Mogelijk kiezen ze dan voor een andere zorgverzekering.
In het coalitieakkoord is afgesproken dat de overheid kritischer gaat kijken naar de zorg die vergoed wordt door de basisverzekering. Zorginstituut Nederland zorgt ervoor dat bestaande zorg die bewezen niet-effectief is, uit het basispakket gaat. Daarnaast wordt ingezet op digitale zorg en preventie.
Minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in een brief aan de Tweede Kamer de wijzigingen voor de Zorgverzekeringswet in 2023 uiteengezet. Daarin zit ook een aantal belangrijke veranderingen voor de dekking van het basispakket.
De nieuwe coalitie wil het eigen risico betaalbaarder maken door per behandeling een maximum eigen risico in te stellen, bijvoorbeeld € 100 per keer. Iedere keer dat iemand zorg nodig heeft die onder het eigen risico valt, betaalt hij een vast bedrag tot men aan het maximum van het eigen risico zit. Op deze manier wil de overheid mensen beter laten nadenken of ze de zorg wel echt nodig hebben. Nu is het namelijk zo dat er geen rem is voor mensen die hun eigen risico al betaald hebben.
Op dit moment is niet bekend of het eigen risico van de zorgverzekering 2023 gaat stijgen. Wanneer wordt er meer bekend? De volgende data zijn daarbij belangrijk:
NIBE-SVV heeft diverse opleidingen op dit gebied: