Op 21 september 2021 (Prinsjesdag) heeft het demissionaire kabinet de overheidsplannen voor 2022 bekendgemaakt. Een demissionair kabinet maakt geen nieuw beleid meer, daarom zijn de plannen inhoudelijk beperkter dan in andere jaren. We vatten ze voor je samen.
De plannen in deze samenvatting zijn nog geen absolute zekerheid. In de komende weken zal hier nog veel aan veranderen, onder druk van de oppositie, of als ruilmiddel tussen coalitiepartijen.
Concreet werkt de regering aan een plan om klaar te staan voor een eventuele volgende pandemie. Bovendien zijn veel mensen getroffen door de huidige coronapandemie. De achterstanden moeten ingelopen worden. Voor het inlopen van de onderwijsachterstand is dan ook € 8 miljard beschikbaar in de komende twee jaar. Ook de jeugdzorg krijgt er € 1,3 miljard bij. Verder is er extra budget voor compensatie van de gedupeerden van het toeslagenschandaal en voor mensen met problematische schulden. Extra geld beschikbaar stellen kan omdat de Nederlandse economie er ondanks alles goed voor staat.
Overige punten die aan de orde kwamen, zijn:
Bij de presentatie van de Miljoenennota gaf de minister een optimistisch beeld. De Nederlandse economie herstelt snel van de coronacrisis. De economie groeit in 2022 waarschijnlijk met 3,5% (dit jaar 3,8%). Veel mensen hebben werk; sterker nog: er zijn meer vacatures dan werklozen. Er gaan weinig bedrijven failliet en de staatsschuld is volgens de regels niet te hoog (die komt uit op 57,7% in 2022). Vanwege de demissionaire status geeft dit kabinet alleen geld aan zaken die niet kunnen wachten, zoals klimaat, veiligheid en woningbouw.
Voor 2022 gaat het Nibud uit van een inflatie van 1,8%. Daarnaast gaat het Nibud uit van een brutoloonstijging van 2,2%. Toch schetst het Nibud een treurig verhaal over de koopkrachtontwikkeling. Die blijft voor vrijwel iedereen gelijk ten opzichte van 2021, rekening houdend met de loonstijging. Zonder loonstijging gaat iedereen er op achteruit. Zelfs door enigszins te sleutelen aan de inkomstenbelasting en heffingskortingen, wordt dit effect niet ongedaan gemaakt.
Via de Nibud Koopkrachtberekenaar kun je voor jouw situatie of die van je klant de verwachte koopkrachtontwikkeling voor 2022 laten berekenen. Ook is via die link een overzicht voor 117 huishoudens beschikbaar.
De tariefschijven in de inkomstenbelasting veranderen. Sinds 2020 is er sprake van een tweeschijvenstelsel. Voor AOW-gerechtigden gelden nog wel drie tarieven. Hier beperken we ons tot de wijzigingen in 2022 ten opzichte van 2021 voor mensen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.
2021 | 2022 | |
Tarief schijf 1 | 37,10% | 37,07% |
Tarief schijf 2 | 49,50% | 49,50% |
Grens schijf 1 | € 68.507 | € 69.398 |
Een ander belangrijk onderdeel van de inkomstenbelasting is het systeem van de heffingskortingen. Er zijn vele verschillende heffingskortingen. De maximale algemene heffingskorting gaat omhoog van € 2.837 naar € 2.874. De afbouw van deze heffingskorting (voor inkomens in 2022 boven de € 21.317) blijft gelijk: 5,977% van het inkomen boven die grens.
De maximale arbeidskorting stijgt van € 4.205 naar € 4.260. De arbeidskorting neemt met 5,86% (2021: 6%) af boven een inkomen van € 36.649 (2021: € 35.652).
De inkomensgrens is een schatting. Die is nog niet definitief vastgesteld.
De ouderenkorting voor pensioengerechtigden met een laag inkomen gaat in 2022 met € 23 omhoog naar € 1.726. De ouderenkorting wordt afgebouwd met 15% voor zover het inkomen uitkomt boven de € 38.464 (2021: € 37.970).
De IACK is een extra belastingkorting voor werkenden met een kind onder de 12 jaar. Als de belastingplichtige een partner heeft, geldt de IACK alleen voor de minstverdienende partner. De IACK begint op € 0 en neemt toe met 11,45% van het inkomen, voor zover dat hoger is dan € 5.219 (2021: € 5.153). De IACK is nooit hoger dan € 2.534. Dat is een verlaging ten opzichte van dit jaar. In 2021 is het maximum nog € 2.815.
Tot slot is er voor de IACK in 2021 een probleem opgedoken: iemand met een partner in het buitenland (die niet in Nederland belastingplichtig is), heeft volgens de wettelijke definitie geen ‘fiscale partner’ en kan daarom recht hebben op de IACK. Dat was niet de bedoeling, want zo konden stellen waarvan de een buitenlands belastingplichtig is en de ander niet, toch deze IACK opstrijken, terwijl dat niet zou gelden als ze beiden binnenlands belastingplichtig waren geweest. Dit ‘lek’ wordt in 2022 gerepareerd. Daardoor valt alleen voor de IACK de niet-Nederlandse belastingplichtige partner toch onder het fiscale partnerbegrip.
Voor zelfstandigen zijn de belastingplannen in lijn met wat eerder is ingezet: de fiscale voordelen worden verder afgebouwd. Een zelfstandige had in 2019 nog een zelfstandigenaftrek van € 7.280. Dit bedrag komt standaard in mindering op de brutowinst uit onderneming en is dus onbelast. Het is dus geen ‘heffingskorting’, zoals de hiervoor genoemde kortingen.
Sinds het belastingplan 2021 wordt de afbouw van de zelfstandigenaftrek versneld en bovendien verder verlaagd. De verlaging wordt € 360 per jaar (in 2022: € 6.310). Tot 2028 wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd tot € 4.120. Daarna gaat de verlaging door met € 110 per jaar tot € 3.240 in 2036.
Wel daalt de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Voor zelfstandigen gaat die van 5,75% (2021) naar 5,45% (2022, hetzelfde als in 2020), wat leidt tot een lastenverlichting tot ongeveer € 180.
Tot slot heeft de tariefmaatregel weer een lastenverzwarend effect op zzp’ers met een hoger inkomen. De mkb-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek zijn in 2022 maximaal tegen het tarief van 40% aftrekbaar (2021: 43%).
De aftrekposten van zelfstandigen waren in het Belastingplan 2019 al soberder. De beperking van het aftrektarief gaat door tot het basistarief van 37,03% bereikt wordt (zoals nu voorzien).
Het schandaal rondom de kinderopvangtoeslag is ruim een half jaar nadat het kabinet hierover viel, nog niet opgelost. Het is voor het kabinet overduidelijk dat een aantal problemen niet binnen het huidige toeslagenstelsel op te lossen is en dat een vernieuwing van het stelsel wenselijk is. Het is aan een volgend kabinet om hier knopen over door te hakken.
Toch zijn er enkele concrete wijzigingen op dit gebied:
Sinds 2017 veranderen de vrijstellingen, tariefgrenzen en forfaitaire rendementen van box 3 jaarlijks. Vorig jaar was het al de bedoeling van de staatssecretaris van Financiën om het werkelijk behaalde rendement te belasten, maar dat blijkt technisch nog steeds niet uitvoerbaar. Afgezien van verduidelijking in de berekeningswijze van de forfaitaire rendementen, verandert er in box 3 nog niets.
Voor 2022 zijn de volgende forfaitaire rendementen van de twee rendementsklassen gepubliceerd:
De vrijstelling gaat omhoog tot € 50.650 (2021: € 50.000) per belastingplichtige. Ook de volgende schijfgrenzen stijgen, waardoor de eerste schijf even hoog blijft als de vrijstelling. De vermogensrendementsheffing wordt in 2022 daardoor:
Vermogen boven vrijstelling van € 50.650 | Gemiddeld rendement (afgerond) |
Belastingdruk (31%) |
0 - € 50.650 | 1,818% (2021: 1,898%) | 0,564% (2021: 0,588%) |
€ 50.650 - € 962.350 | 4,367% (2021: 4,501%) | 1,354% (2021: 1,395%) |
Meer dan € 962.350 | 5,53% (2021: 5,69%) | 1,714% (2021: 1,764%) |
De belastingdruk op vermogen neemt dus af in 2022.
Bepaalde inkomensafhankelijke regelingen (zoals zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag) zijn mede afhankelijk van het vermogen. Om te voorkomen dat door de hogere vrijstelling in box 3 meer mensen recht hebben op dergelijke regelingen, is de vermogenstoets voor die regelingen al in 2021 aangepast. Er staan in het wetsvoorstel aparte vrijstellingsbedragen genoemd ten behoeve van de vermogenstoets voor deze regelingen.
Vanwege de demissionaire status van het kabinet zijn er alleen plannen gepresenteerd voor al ingezet beleid. Het gaat onder meer om:
Feitelijk is er weinig concreet nieuws op het gebied van de sociale zekerheid. Twee zaken die wel concreet zijn:
De plannen van het kabinet worden misschien nog aangepast. Daarom raden we aan om je financiële advies voor je klanten nog niet aan te passen op basis van de in dit artikel genoemde informatie. Doe dat wanneer de wetgeving zeker is. Dat is vermoedelijk in december 2021 pas het geval.
Nog meer informatie over de overheidsplannen biedt Wft Triple A. Met deze tool heb je altijd actuele informatie over je vakgebied tot je beschikking. Als Wft Triple A-gebruiker ben je aantoonbaar permanent actueel door periodieke toetsing op basis van een persoonlijk profiel. De Wft Triple A-tool houdt bij waar je kennis van neemt en wanneer nodig kun je je status eenvoudig rapporteren.